wk 08: les 1 - 33 Hoofd- en bijzaken

Dinsdag 21 februari - 2A
  • 10 minuten stillezen
  • Bespreken opdr. 7 (blz. 133)
  • 33 Hoofd- en bijzaken (blz. 134)
  • Aan de slag!















timer
10:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dinsdag 21 februari - 2A
  • 10 minuten stillezen
  • Bespreken opdr. 7 (blz. 133)
  • 33 Hoofd- en bijzaken (blz. 134)
  • Aan de slag!















timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...wat een (deel)onderwerp en hoofdgedachte van een tekst is.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je leren...
...wat hoofd- en bijzaken zijn en hoe je ze kunt onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Stappenplan hoofdgedachte

Slide 4 - Slide

Lees de tekst op de volgende slide

Waar staat de belangrijkste informatie?
Welke informatie is minder belangrijk?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Elf dagen na de aardbeving nog enkele mensen gered in Turkije
In Turkije zijn elf dagen na de aardbevingen nog vier mensen levend onder het puin vandaan gehaald, onder wie een jongen van 12. Hij werd na bijna 260 uur gevonden door reddingswerkers in het district Ekinci in de door de aardbeving zwaar getroffen provincie Hatay. De jongen is met onbekende verwondingen naar het ziekenhuis gebracht.

Slide 7 - Slide

Elf dagen na de aardbeving nog enkele mensen gered in Turkije
In Turkije zijn elf dagen na de aardbevingen nog vier mensen levend onder het puin vandaan gehaald, onder wie een jongen van 12. = hoofdzaak Hij werd na bijna 260 uur gevonden door reddingswerkers in het district Ekinci in de door de aardbeving zwaar getroffen provincie Hatay. De jongen is met onbekende verwondingen naar het ziekenhuis gebracht. = bijzaak

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzaken (blz. 134)
  • Hoofdzaken = de belangrijkste zaken in een tekst (let op kernzinnen!)

  • Bijzaken = minder belangrijke zaken in een tekst (voorbeelden, toelichting, uitleg)

Slide 9 - Slide

Aan de slag!

De vragen op de volgende slides gaan over alineaopbouw.
Maak de vragen op de volgende slides. 

Slide 10 - Slide

1. De eigenaar van de Amerikaanse projectontwikkelaar St. Johns Properties heeft werknemers dinsdag van geluk aan het huilen gebracht. De baas van het bedrijf, Edward St. John, verdeelde op het kerstfeest 10 miljoen dollar (9,8 miljoen euro) onder 198 medewerkers. Een gemiddelde bonus van zo'n 50.000 dollar dus.

Slide 11 - Slide

Wat is de kernzin van de eerste alinea?

Slide 12 - Open question

De rest van alinea 1 is...
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 13 - Quiz

2. Niet iedereen profiteert evenveel van de kerstbonus. De hoogte van de bonus hangt af van het aantal dienstjaren bij het bedrijf. Zo ontvangt een technicus die al 39 jaar bij de projectontwikkelaar werkzaam is, 270.000 dollar. Een medewerker die de eerste werkdag na de kerst begint, krijgt 100 dollar.

Slide 14 - Slide

Wat is de kernzin van de tweede alinea?

Slide 15 - Open question

De rest van alinea 2 is...
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 16 - Quiz

De rest van alinea 2 is...
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 17 - Quiz

4. De bonus werd op geheimzinnige wijze overhandigd. De werknemers kregen een rode envelop in hun handen gedrukt, die pas na de toespraak geopend mocht worden. Na lovende woorden over de werkzaamheden van het bedrijf maakte St. John de kerstbonus bekend.

Slide 18 - Slide

Wat is de kernzin van de vierde alinea?

Slide 19 - Open question

De rest van alinea 2 is...
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 20 - Quiz

Wat is het verschil tussen een hoofdzaak en een bijzaak?

Slide 21 - Open question

Hoofd- en bijzaken
✔️Hoofdzaak: Het belangrijkste van de tekst.
Vind je vooral in de kernzinnen.

✔️Bijzaak: Minder belangrijke dingen van de tekst.
Zoals; uitleg, voorbeelden of toelichting.

Slide 22 - Slide

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Een bijzaak
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 23 - Quiz

Wat is een uitleg in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 24 - Quiz

Wat is een voorbeeld in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 25 - Quiz

Klaar? 
Moeilijke woorden oefenen in Drillster, H1-5
(--> SOM, Leermiddelen, KERN)

Slide 26 - Slide