This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Introduceer de les met deze video. Zeg hierbij nog niks over het onderwerp. Ga vervolgens naar de volgende slide.
Waarover gaat dit denk je?
Wat gebeurde er? Heb je hier ervaring mee of is het herkenbaar? Wat is je mening?
Wat gebeurde er? Heb je hier ervaring mee of is het herkenbaar? Wat is je mening?
Waarover gaat dit denk je?
(National Autistic Society, 2019)
Slide 2 - Open question
Geef aan dat de klas hun device erbij mogen pakken en de code in te voeren op LessonUp.app
Vraag aan de klas over het filmpje wat ze net hebben bekeken.
Na dat alle antwoorden zijn verzameld kan je doorvragen over wat er gebeurde, of leerlingen soortgelijke ervaringen hebben en wat hun mening is. Ga daarna naar de volgende slide
maatschappij, grap, humor, satire, beledigen, beeld en geluid, beeld en geluid op school, media, onderwijs, educatie, instructie, introductie, wat is, hoe werkt het, lesvideo, lesstarter, interactieve les
Een kijkje in de wereld van autisme:
De misvattingen en stereotypes
Voor het eerst bij Beeld en Geluid op school? Kijk hier voor een korte instructie.
Slide 3 - Slide
Introduceer het onderwerp autisme en dat deze les gefocust is op misvattingen en stereotypes.
Vraag aan de klas of ze kunnen uitleggen wat een misvatting of stereotype betekent. Vul eventueel de leerlingen aan.
Wat weet jij al over autisme?
Slide 4 - Mind map
Laat de klas de vraag beantwoorden via hun device.
Na dat de antwoorden zijn verzameld, kan je doorvragen of ze er zelf ervaring mee hebben of eventueel iemand kennen met autisme.
Aan het eind van deze les:
kan je de kenmerken van autisme benoemen
weet je de stereotypes en misvattingen van autisme
weet je op welke manier je het beste om kunt gaan met iemand die autisme heeft.
Leerdoelen:
Slide 5 - Slide
Bij deze slide introduceer je de leerdoelen van de les, ga deze langs en ga vervolgens naar de volgende slide.
Wat is autisme?
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij de
informatieverwerking anders is dan bij 'normale' hersenen.
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij de
informatieverwerking anders is dan bij 'normale' hersenen.
De zintuigen komen vaak heftiger aan, maar iemand met autisme kan het ook verkeerd inschatten.
Wat is autisme?
Slide 6 - Slide
Met deze slide leg je kort uit wat autisme is.
geef aan dat het aangeboren is en dat het dus niet is aangeleerd. Geef verder ook aan dat mensen met autisme normaal zijn, maar ze alles net wat anders verwerken dan iemand zonder autisme.
Zie pagina 7 van de lesbrief voor aanvullende informatie
Moeite met sociale situaties inschatten
Routinegericht
Specifieke interesses hebben
Overprikkeling
Vaak in combinatie met andere stoornissen
Wat zijn veelvoorkomende kenmerken?
Slide 7 - Slide
Ga de kenmerken van autisme langs en leg kort uit hoe dit zich uit.
Zie pagina 7 van de lesbrief voor aanvullende informatie
In deze videogeven een aantal autisten antwoord op vragen en misvattingen over hun stoornis en of deze kloppen of niet.
Misvattingen
(BNNVARA, 2021)
Slide 8 - Slide
Zorg er voor dat je al ingelogd bent op
beeldengeluidopschool.nl en de video al klaar hebt staan in een apart tabblad.
Kijk samen naar de video. Na dat je deze hebt bekeken, kan je vragen naar hun mening en of ze iets nog niet wisten.
Vraag of eventuele misvattingen of stereotypes weg zijn gegaan.
Wat kun je doen als je zelf autisme hebt?
Zoek hulp en ondersteuning als je merkt dat je moeite hebt met bepaalde situaties of als je meer wilt weten over autisme.
Iedere autist is uniek!
Autisme is eenspectrum.
Het gaat dus niet van minder autistisch naar meer autistisch zoals in deze lijngrafiek te zien.
Het is eerder een cirkeldiagram, waarbij de kenmerken verschillen per persoon!
Slide 9 - Slide
Met deze slide bespreek je dat autisme een spectrum is en dat deze erg verschillend kan zijn voor elk persoon. Geef voorbeeld van de video van net en dat die mensen ook soms verschilden van antwoorden. Leg nadruk dat
bijvoorbeeld voor de ene persoon zintuigelijke overprikkeling meer van toepassing is dan de ander.
Zie pagina 7 van de lesbrief voor aanvullende informatie
Wat kun je doen als je zelf autisme hebt?
Zoek hulp en ondersteuning als je merkt dat je moeite hebt met bepaalde situaties of als je meer wilt weten over autisme.
Autisme bij meisjes
Vaak hebben meisjes een latere diagnose dan jongens door dat ze andere kenmerken vertonen:
Camouflage en maskeren
Meisjes kunnen autisme kenmerken beter verbergen en doen anderen na.
Minder specifieke interesses
De interesses die meisjes kunnen hebben, worden vaak als normaal beschouwd.
Meer behoefte aan sociaal contact
Vaak hebben ze een grote behoefte aan sociaal contact , maar weten vaak niet hoe ze het moeten aanpakken.
Slide 10 - Slide
Lange werd gedacht dat autisme nauwelijks voorkomt bij meisjes. Leg uit dat autisme bij meisjes niet per se minder voorkomt, maar autisme
voornamelijk onderzocht werd bij jongens en meisjes vaak andere kenmerken vertonen waardoor ze een andere label krijgen zoals bijvoorbeeld
‘verlegen’ of juist een verkeerde diagnose krijgen.
Ga de kenmerken langs die op de slide staan.
Zie pagina 7 van de lesbrief voor aanvullende informatie
Ken jij bekende mensen met autisme? Zo ja, wie dan?
Ken jij in je omgeving mensen met autisme?
Slide 11 - Open question
Geef aan dat de klas weer hun device erbij mogen pakken om de vraag te beantwoorden. Geef aan dat dit iemand kan zijn van een cartoon/tv-serie karakter tot een bekende tiktok-ster of zanger.
Als ze niemand kennen, mogen ze ook iemand benoemen die ze kennen uit hun eigen omgeving.
Bekendheden:
Albert Einstein
(Wetenschapper)
Marylin Monroe (Actrice jaren 50-60)
Steve Jobs
(Oprichter Apple)
Sia
(Zangeres)
Greta Thunberg
(Klimaatactiviste)
Satoshi Tajiri
(Oprichter Pokemon)
Slide 12 - Slide
Geef aan bij deze slide dat deze personen autisme hebben of ervan worden vermoed dat ze autisme hebben gehad. Ga heel kort langs waarom en welke kenmerken ze vertonen.
Zie pagina 8 van de lesbrief voor aanvullende informatie
Zoals eerder vermeld hebben mensen met autisme vaak specifieke interesses en hobby's. In deze video verteld Laura over haar hobby waarvan ze haar beroep heeft kunnen maken.
Talenten
(EO, 2017)
Slide 13 - Slide
Zorg er voor dat je al ingelogd bent op
beeldengeluidopschool.nl en zorg dat je het fragment al klaar hebt staan in een apart tabblad.
bekijk de video samen met de klas. Bespreek daarna klassikaal de video.
Ga in groepjes van twee zitten en pak een gespreks- en een instructiekaartje.
Een van de twee krijgt een opdracht. De ander moet zijn gedrag proberen aan te passen.
Na 2,5 minuten draaien we de rollen om en kunnen jullie over een ander onderwerp praten.
Opdracht: Rollenspel
timer
2:50
Slide 14 - Slide
Met deze slide introduceer je de opdracht rollenspel. In tweetallen moeten de leerlingen een gesprek voeren. Ze krijgen hierbij een gespreks- en instructiekaartje.
Leerling A krijgt het eerste gesprek instructies wat diegene moet doen. Leerling B moet dan proberen hun gedrag aan te passen aan diegene met de instructies.
In de volgende ronde draaien de rollen om. Hierbij krijgen ze andere
gespreks- en instructiekaartjes.
Het doel van deze opdracht is om de leerlingen te leren hoe ze met deze situaties kunnen omgaan en kunnen ze zien hoe het voor iemand kan zijn met autisme.
Hoe ga je om met mensen met autisme?
Autisten kunnen weinig veranderen aan hun gedrag, probeer er begripvol en respectvol mee om te gaan.
Vooral geduld en duidelijkheid is erg belangrijk. Stel vragen en probeer te luisteren naar hun behoeften!
Autisten kunnen weinig veranderen aan hun gedrag.
Vooral geduld en duidelijkheid is erg belangrijk. Stel vragen, respecteer hun grenzen en probeer te luisteren naar hun behoeften!
Hoe moet je omgaan met iemand die autisme heeft?
Slide 15 - Slide
Met deze slide bespreek je hoe je om kunt gaan met mensen met autisme.
Leg uit dat mensen met autisme weinig aan hun gedrag kunnen veranderen en dat geduld hebben daarom ook belangrijk is. Ga langs de punten benoemd op pagina 8 van de lesbrief.
We gaan nu een korte quiz doen over wat we net allemaal hebben geleerd.
Ga staan als je denkt dat de stelling klopt en blijf zitten als je denkt dat deze niet waar is.
Vragenronde!
Slide 16 - Slide
Het laatste onderdeel van de les is de vragenronde. Hierbij krijgen ze 8 waar of niet waar vragen.
De leerling moet zijn antwoord geven door te staan of te zitten.
Deze uitspraken zijn gebasseerd op
misvattingen en stereotypes rondom autisme. Hetantwoord op elke vraag is niet waar.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Je kan autisme krijgen door vaccinaties.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 1
Slide 17 - Slide
Niet waar
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis en kan je niet krijgen door vaccinaties.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Mensen met autisme, hebben geen vrienden.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 2
Slide 18 - Slide
Niet waar
Niet elk persoon met autisme heeft moeite met vrienden maken. Voor de ene is dat meer van toepassing dan de ander.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Iedereen is een beetje autistisch.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 3
Slide 19 - Slide
Niet waar
Je hebt autisme, of je hebt het niet. Het kan voorkomen dat een persoon zonder autisme ook moeite heeft met overprikkeling, maar dat betekent niet dat diegene een beetje autistisch is.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Je kan aan iemand zien of diegene autisme heeft.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 4
Slide 20 - Slide
Niet waar
Het is een ontwikkelingsstoornis in het brein en heeft geen invloed op uiterlijk. Je zou het wel kunnen zien aan gedrag.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Autisten willen geen contact met andere mensen.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 5
Slide 21 - Slide
Niet waar
Het is mogelijk dat autisten minder behoefte hebben aan contact met anderen omdat sociaal contact voor hen lastig kan zijn, maar dit geldt niet voor iedereen, meisjes met autisme hebben bijvoorbeeld over het algemeen behoefte aan sociaal contact.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Autisten hebben geen inlevingsvermogen, ze zijn net als robots.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 6
Slide 22 - Slide
Niet waar
Het kan zijn dat een persoon met autisme meer moeite heeft met het aflezen van andermans emoties en het uitten van emoties, maar ze hebben zeker wel inlevingsvermogen en zijn net zoals andere mensen.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Autisme komt vrijwel alleen voor bij mannen.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 7
Slide 23 - Slide
Niet waar
Autisme wordt eerder gediagnostiseerd bij mannen dan bij vrouwen vanwege het feit dat autisme eerst alleen werd onderzocht bij jongens. Meisjes vertonen andere kenmerken waardoor ze vaak worden vergeten.
Vraag 1
Waar of niet waar?
Autisme is aangeboren
Waar = staan
Niet waar = zitten
Waar of niet waar?
Autisme is een ziekte en kan worden genezen.
Waar = staan
Niet waar = zitten
Vraag 8
Slide 24 - Slide
Niet waar
Autisme is een aangeboren stoornis en niet een ziekte waarvan je genezen kunt worden. Het is echter wel mogelijk om er beter mee leren om te gaan en vaardigheden te ontwikkelen.
BNNVARA. (2021, 14 december). Autisten (Video seizoen 4, aflevering 8). Concept Street BV. Geraadpleegd op 3 maart 2022, van https://www.npostart.nl/ik-durf-het-bijna-niet-te-vragen/14-12-2021/BV_101407522
EO. (2017, 14 april). Laura Brouwers (Video seizoen 1, aflevering 5). Geraadpleegd op 7 juli 2023, van https://www.npostart.nl/talentautisme/VPWON_1270825
National Autistic Society. (2019, 16 mei). Can you make it to the end? [Video]. YouTube. Geraadpleegd op 4 april 2022, van https://www.youtube.com/watch?v=aPknwW8mPAM
Slide 26 - Slide
Deze slide dient als afsluiting van de les met nuttige informatie voor de leerlingen.