This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
§15.4 Het netvlies en de hersenen
Slide 1 - Slide
§3: Wat waren de functies van het harde oogvlies, vaatvlies en netvlies?
A
Bescherming, waarneming en stevigheid.
B
Bescherming, waarneming en voeding
C
Bescherming, stevigheid en waarneming.
D
Bescherming, voeding en waarneming.
Slide 2 - Quiz
Een lichtstraal valt op het oog.
Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.
Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer
Slide 3 - Drag question
Sleep de juiste onderdelen naar het juiste nummer.
9
3
12
Gele vlek
Hoornvlies
Oogspier
Slide 4 - Drag question
Als je een lens los zou halen uit het oog, is de lens dan bol of plat?
A
bol
B
plat
Slide 5 - Quiz
Wanneer een voorwerp steeds dichterbij komt, wordt de lens steeds …(1)… en het straalvormig lichaam …(2)... steeds meer.
(tip: die laatste kan je voelen in je oog als je scherpstelt op iets heel dichtbij)
A
1: boller
2: ontspant
B
1: boller
2: spant
C
1: platter
2: ontspant
D
1: platter
2: spant
Slide 6 - Quiz
Welke situatie is hier van toepassing?
A
Verziend; een bril met bolle lenzen nodig
B
Verziend; een bril met holle lenzen nodig
C
Bijziend; een bril met bolle lenzen nodig
D
Bijziend; een bril met holle lenzen nodig
Slide 7 - Quiz
De zenuw bij de pijl is beschadigd. Hierdoor:
A
zie je geen beelden van rechts meer
B
zie je geen beelden van links meer
C
zie je geen diepte meer
Slide 8 - Quiz
§15.4 Het netvlies en de hersenen
Slide 9 - Slide
Zet de juiste kenmerken bij de juiste receptorcel.
Staafjes
Kegeltjes
Om de gele vlek
In de gele vlek
Hoge prikkeldrempel
Lage prikkeldrempel
Scherp zicht, kleur
Contrast, grijstinten
Slide 10 - Drag question
De blinde vlek merk je normaal niet omdat:
A
de hersenen het ontbrekende beeld invullen
B
de ogen continue bewegen
C
je met twee ogen kijkt
D
alle drie
Slide 11 - Quiz
Wie ziet beter?
A
Octopus
B
Mens
Slide 12 - Quiz
Onderdelen in het netvlies. In welke volgorde komt inkomend licht langs: 1. amacriene cellen, 2. horizontale cellen, 3. kegeltjes/staafjes, 4. ganglion cellen, 5. pigmentcellen, 6. bipolaire cellen
A
4-1-6-2-3-5
B
1-4-6-2-5-3
C
2-4-1-6-3-5
D
5-4-1-6-2-3-5
Slide 13 - Quiz
Hiernaast is een deel van een netvlies weergegeven. Van welke kant valt het licht op het netvlies?
A
Van boven en raakt eerst staafjes en kegeltjes
B
Van onder en raakt eerst gevoelszenuwcellen
C
Van links
D
Van rechts
Slide 14 - Quiz
Wanneer er geel licht (580nmn zie vorige dia) op de kegeltjes valt, welke kegeltjes reageren dan?
A
Alleen de kegeltjes voor geel
B
De kegeltjes voor blauw en die voor groen
C
De kegeltjes voor rood en de kegeltjes voor groen
D
Alleen de kegeltjes voor groen, maar een klein beetje
Slide 15 - Quiz
In tegenstelling van wat vaak wordt gedacht komt een stier niet af op een rode lap, maar juist op de beweging van de lap. Stieren (en koeien) zijn namelijk rood-groen kleurenblind. Hoe kun je dat aan het oog zien?