Jongeren willen een eigen leven

Vandaag
1. Het opstel en puntentelling geschiedenis.
2. Opstart H4 paragraaf 3. 
3. Opdrachten.  
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Vandaag
1. Het opstel en puntentelling geschiedenis.
2. Opstart H4 paragraaf 3. 
3. Opdrachten.  

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de verschillende jongerenculturen?

Slide 2 - Mind map

3.1 Jong in de jaren '50
  • 6 dagen werken voor laag loon. 
  • Amper ontspanning. 
  • Zondag kerk & familie. 
  • Mensen leven dicht op elkaar. 
  • Letten op elkaar en elkaars kinderen.

Grote sociale controle  = Gedrag wordt in de gate gehouden door familie/vrienden/buren. 

Slide 3 - Slide

Sociale controle
Geen sociale controle
Bij ouders wonen
Loon zelf houden
Uithuwelijken
Zelf vriendje kiezen
Zelfde geloof
Zoenen op straat
Niet samenwonen

Slide 4 - Drag question

Jongerenculturen
  • Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw:

  1. kwam er meer welvaart (stijging lonen) 
  2.  meer vrije tijd (5 daagse werkweek).
  3. meer mensen in steden (minder sociale controle).
  4. jongeren langer naar school (meer onderlinge beïnvloeding). 

Slide 5 - Slide

Jongerenculturen
  • Ook jongeren werden welvarend, zij konden zich voor het eerst onderscheiden!

  • Onderscheiden d.m.v. kleding, muziek, uitgaan etc. 

  • Gedrag van jongeren veranderde snel!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

We zijn nu soepeler tegenover jeugdculturen dan ouderen in de jaren '50.
Klopt
Klopt niet
Klopt deels

Slide 8 - Poll

Wat houdt dit in? 
<-- 
timer
2:00

Slide 9 - Slide

1

Slide 10 - Video

01:19
Welk antwoord hoort er niet bij?
A
Nozems hadden vooral brommers
B
Nozems droegen leren jacks en vetkuiven
C
Nozems zaten vooral in steden
D
Nozems waren gezin gericht

Slide 11 - Quiz

Nozems
  1. Eerste groep uit eind jaren '50.
  2. Werkende jongeren uit steden. 
  3. Jongens: Brommers, leren jacks, spijkerbroeken en kuiven. 
  4. Meisjes: Wijde rokken, petticoats, hoge kapsels. 
  5. Genieten van vrijheid. 
  6. Geen zin in verantwoordelijkheid en familiepraat.

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

02:15
Welke hoort er niet bij?
A
Provo's waren hoger opgeleide jongeren.
B
Midden jaren '60.
C
Bemoeiden zich niet met politiek.
D
Tegen het gezag.

Slide 14 - Quiz

Provo's
  1. Hoger opgeleide jongeren. 
  2. Vanaf jaren '60 in Amsterdam. 
  3. Provoceerden 'het gezag' (ouders/leraren/kerk/politie). 
  4. Milieubewust. 
  5. Bemoeiden zich met politiek. 
  6. Jongens: netjes en lang haar. 
  7. Meisjes: lang haar en minirokken.

Slide 15 - Slide

Vandaag
  1. Verder met jeugdculturen. 
  2. Veranderingen in de jaren ‘60. 
  3. Huiswerk.

Slide 16 - Slide

Wat waren kenmerken van de provo’s?

Slide 17 - Open question

Wat waren kenmerken van de nozems?

Slide 18 - Open question

Waardoor kwamen jeugdculturen op vanaf eind jaren ‘50?

Slide 19 - Mind map

De hippies.
  • Vanuit Amerika naar Europa. 
  • Eind jaren ‘ 60.
  • Woonden in communes, gekraakte panden of hingen rond.
  • Droegen tweedehands kleding, kleuren, bloemen, kettingen en hadden lang haar.

Slide 20 - Slide

  • Waren tegen milieuvervuiling, de wapenwedloop en de oorlog in Vietnam.
  • Tegen de consumptiemaatschappij en een regelmatig burgerlijk bestaan.
  • Voor vrije seks, festivals en drugs (vooral hasj).

Slide 21 - Slide

Punkers
  • Eind jaren ‘70 (lage welvaart).
  • Hekel aan maatschappij, leger, politie en geld verdieners.
  • Teleurgesteld over werkeloosheid en woningnood en geen vertrouwen in toekomst. 
  • Kraakpanden.
  • Veel protesten en ruzies met politie.

Slide 22 - Slide

  • Gabbers ontstonden in de jaren '90. 
  • Uit hun dak gaan voordat saaie, verantwoordelijke leven begint. 
  • Grote feesten, xtc, trainingspakken, sneakers en opscheer.

Slide 23 - Slide

Lees 3.3 op pagina
94 - 95 in 5 minuten.
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Wat heeft niks met ontkerkelijking te maken?
A
Minder mensen (of geen) naar naar kerk
B
Jongeren gaan wel nog naar kerk
C
Kerk had ouderwetse opvattingen
D
Volwassenen gaan minder naar kerk

Slide 25 - Quiz

Wat heeft niks met individualisering te maken?
A
Sociale controle wordt minder
B
Seks voor huwelijk, samenwonen, scheiden
C
Mensen moeten niet op hun eigen manier kunnen leven
D
Vanaf de jaren '60.

Slide 26 - Quiz

Wat heeft niks met democratisering te maken?
A
Bevolking beslist niet mee met het bestuur
B
Meer inspraak (van jongeren) vanaf de jaren '60
C
Vakbonden en politieke partijen denken aan jongeren
D
Wensen van jongeren.

Slide 27 - Quiz

Volgende week
Maken werkboek p. 85-86 
opg. 8 t/m 13

Foto naar m.wilbrink@stichtinglvo.nl

Slide 28 - Slide