1. A. Particularisme
B. Men sprak niet dezelfde taal. Ieder gewest had eigen regels. Er was geen sprake van een verenigd Nederland.
C. 1477
D. Bourgondië 4pt
2. Drie van de vier: Huwelijkspolitiek, Verovering, Kopen, Verkrijgen van erfenissen. 3pt
3. Adviseert buitenlandse bestuurlijke zaken en oorlogsvraagstukken. 1pt
4. Karel V had zowel Europese als (Zuid) Amerikaanse gebieden onder zijn hoede. Wanneer de zon in Europa onder was, was deze in Amerika nog op en andersom. Gebieden buiten Europa moeten door de leerling genoemd worden. 2pt
5. A. Protestantisme 1pt
B. Hagepreken 1pt
C. De Inquisitie 1pt
D. Het ophitser gedrag tijdens Hagepreken 1pt
6. Zij moesten extra belasting betalen aan Filips II. Ze kregen minder / geen taken meer in het gewest om over te besturen. De macht van de adel werd zo goed als verbroken.