This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema grenzen en identiteit
Brug 2 Identiteit
Slide 1 - Slide
Planning
vorige les - introductie en doelen - informatie over de brug 2 - aan de slag met de opdrachten van de werkbladen - doelen behaald? Uitdelen en nabespreken toetsen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Doel Brug 2 Identiteit
Je weet dat een persoon, maar ook een groep mensen een bepaalde identiteit heeft.
Je begrijpt dat groepen mensen kunnen verschillen in hun mentaliteit en wat hiervan de gevolgen zijn.
Je begrijpt waarom mensen hun eigen omgeving zo belangrijk vinden.
Slide 4 - Slide
Identiteit
Iedereen en elke groep heeft zijn eigen identiteit.
Ze hebben eigenschappen en kenmerken waarin ze verschillen van andere groepen.
mentaliteit
De manier waarop je denkt en voelt
Aantekening!
Slide 5 - Slide
Mentale verstedelijking
Een toename van de stedelijke mentaliteit (manier van denken) en levenswijze op het platteland.
Slide 6 - Slide
Aan de slag!
Lees de tekst op blz. 140 en 141 in je werkboek.
Maak de vragen op het werkblad (blad 3 en 4) opdracht 1,2, 5en 7
Klaar?
maak de andere opdrachten
Slide 7 - Slide
Doel Gehaald?
Je weet dat een persoon, maar ook een groep mensen een bepaalde identiteit heeft.
Je begrijpt dat groepen mensen kunnen verschillen in hun mentaliteit en wat hiervan de gevolgen zijn.
Je begrijpt waarom mensen hun eigen omgeving zo belangrijk vinden.
Slide 8 - Slide
Wat denk jij dat identiteit is?
A
Documenten waarmee je internationaal kunt reizen
B
Documenten die je laat zien als je wordt aangehouden
C
Allerlei stukjes van jouw die jou vormen als mens
D
Je afkomst en waar je woont
Slide 9 - Quiz
Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit
Slide 10 - Quiz
gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit
Slide 11 - Quiz
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'Zij hebben veel doorzettingsvermogen'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 12 - Quiz
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'met oud en nieuw gaan zij carbidschieten'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 13 - Quiz
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'Het is belangrijk te weten wie je buren zijn'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 14 - Quiz
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?