Thema 4.2 (Huis)dier, Les 6.1 fokkerij

Groentechnische wereld

Thema 4.2

( Huis)dier
Les 6.1 Fokkerij
1 / 31
next
Slide 1: Slide
groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Groentechnische wereld

Thema 4.2

( Huis)dier
Les 6.1 Fokkerij

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide



Fokken met koeien is het bewust, gericht en planmatig inzetten van stieren en koeien. Hiermee kun je genetische vooruitgang in he veestapel bereiken, niet alleen op basis van productie, maar ook op basis van duurzaamheid. Het duurt een aantal jaren voordat je je fokdoel behaalt. 

Vraag: Wat was heterosis ook alweer?

Huisvesting en voeding zijn ook van belang voor het uiteindelijke bedrijfsresultaat, maar fokkerij kan een enorme bijdrage leveren in kostenbesparing en efficiëntieverbetering. 

Goed doordachte fokkerij is belangrijk voor een gezonde toekomst van de melkveestapel in Nederland. 

Inleiding

Slide 3 - Slide

Oriëntatie
Fokken is een combinatie van selectie en voortplanting.

Door dieren te fokken is het mogelijk de eigenschappen van toekomstige generaties aan te passen aan de wensen van de mens. Dit gebeurt door het selecteren van ouders op basis van hun kenmerken. 

Fokken is doelbewust( fokdoel), en hoort gebaseerd te worden op goede informatie. 

Slide 4 - Slide

Geschiedenis
Doordat in de loop van de geschiedenis steeds meer mensen in de steden gingen leven, werden de boeren verantwoordelijk voor de voedselvoorziening van de bevolking. 
Het aantal dieren dat per boer gehouden werd en de productie per koe steeg.

Door met de dieren te fokken die de beste kenmerken hadden,  veranderden de gedomesticeerde koeien naar de wensen van de mens en de behoefte aan hogere producties. 

Naast de dubbeldoelrassen ( vlees en melk) kwam er een onderscheid tussen vleestypische koeien en melktypische koeien. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Geslacht

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Geslachtrijp & fokrijp
Verschil tussen deze begrippen.

Wat weten jullie al?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Symbolen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Drachtig krijgen

Slide 15 - Slide

Dracht
Is het vrouwelijke dier bevrucht, dan is ze drachtig. 

Slide 16 - Slide

Biest

Slide 17 - Slide

Scheiden van dieren

Slide 18 - Slide

Hoe heet het proces waarmee de mens dieren en hun eigenschappen steeds meer aanpast aan het leven dicht bij en in dienst van de mens?
A
Domesticatie
B
Genetische modificatie
C
modificatie
D
temmen

Slide 19 - Quiz

Het ras Holstein wordt nog steeds gebruikt op Nederlandse melkveebedrijven.
Waarom?
A
Vanwege het uiterlijk van de koeien
B
Omdat het een Nederlands ras is.
C
Omdat dit ras een hoge melkproductie heeft

Slide 20 - Quiz

Een schede en een penis zijn een voorbeeld van...?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 21 - Quiz

Baardgroei bij de man is een...?
A
Primair geslachtskenmerk
B
secundair geslachtskenmerk

Slide 22 - Quiz

Het verschil in bouw tussen mannelijke en vrouwelijke dieren is een ?
A
primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 23 - Quiz

Eileiders bij een vrouwelijk dier zijn...?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 24 - Quiz

De juiste definitie van fokrijp is:
A
Het moment waarop het dier zich kan gaan voorplanten.
B
Het moment om te starten met de voorplanting; over het algemeen een eerder moment dan geslachtsrijp
C
Het moment om te starten met de voorplanting; over het algemeen een later moment dan geslachtsrijp.

Slide 25 - Quiz

Een ander woord voor de 'vruchtbare periode 'bij dieren is:
A
Bronst
B
Dracht
C
Geboorte
D
K.I.

Slide 26 - Quiz

Wat is de naam van de eerste melk die na de geboorte geproduceerd wordt?
A
Biest
B
Tocht
C
Ondermelk
D
Kwark

Slide 27 - Quiz

Wat past bij speenleeftijd?
A
De leeftijd tot wanneer het jong bij de moeder drinkt
B
De leeftijd waarop moeder en jong gescheiden worden en het jong geen melk meer bij de moeder drinkt.

Slide 28 - Quiz

I.O. lesopdracht quiz

Slide 29 - Slide

I.O. lesopdracht quiz
Uitdagende wijze (5 pnt):
  • Correcte Nederlandse taal
  • Duidelijke vraagstelling

  • Format van de quiz
    ( Myquiz; Google Forms; PowerPoint; Typeform; Articulate Quizmaker; Online Quiz Creator; ...)

Slide 30 - Slide

I.O. lesopdracht quiz

Minimaal 15 vragen over de 7 genoemde diersoorten (15 pnt): 

  • Vragen over geslachtskenmerken
  • Kloppen de antwoorden bij de vragen

Slide 31 - Slide