Woorden met twee klinkers of een
ij, met daarna een
s of
f:
Het kleed is grijs. - Het grijze kleed.
Het kind is lief. - Het lieve kind.
Woorden voor materialen krijgen geen e, maar -en:
De tafel is van hout. - De houten tafel.
Het kleed is van wol. - Het wol
len kleed.