Maria, die verloofd is met Jozef, blijkt zwanger te zijn door de Heilige Geest. Jozef overweegt om haar in stilte te verlaten om haar niet in verlegenheid te brengen. Maar een engel verschijnt aan hem in een droom en vertelt hem dat hij Maria als zijn vrouw moet nemen, omdat het kind dat zij draagt van de Heilige Geest is. De engel zegt dat het kind Jezus genoemd moet worden, omdat hij zijn volk zal redden van hun zonden.
Dit alles gebeurt om te vervullen wat door de profeet is gezegd: "De maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal hem Immanuel noemen" (wat betekent "God met ons"). Jozef doet wat de engel hem opdraagt en neemt Maria als zijn vrouw, maar hij heeft geen gemeenschap met haar totdat zij haar zoon baart, die hij Jezus noemt.