BK M 2 - Week 13 Nikolaus

BK M 2 - Week 13 Nikolaus
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BK M 2 - Week 13 Nikolaus

Slide 1 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 2 - Slide

                  Der Nikolaus

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les:
Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).

Je leert een aantal nieuwe woorden in het Nederlands / Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 4 - Slide

Morgen leuchten viele Kinderaugen, denn es ist Nikolaus.

 Traditionell werden heute Stiefel (laars) rausgestellt und es wird gehofft, dass morgen irgendwas im Stiefel steckt.

Warum haben wir diesen Brauch?
Schuld ist der heilige Nikolaus von Myra - ein Heiliger, der im 3. Jahrhundert lebte und am 6. Dezember gestorben ist. 

Der heilige Nikolaus soll viele Wunder vollbracht haben. Er ist der Schutzpatron der Reisenden.  
Der Nikolaus brachte am 6. Dezember die Geschenke.  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat voor beroep had Sankt Nikolaus?
A
Monnik
B
Kardinaal
C
Paus
D
Bisschop

Slide 7 - Quiz

Wat gaf der Nikolaus aan de armen?
A
Chocolade en pepernoten
B
Geld
C
Cadeaus
D
Goud

Slide 8 - Quiz

Was legt der Nikolaus in die Schuhe?/ Wat legt Nikolaus in de schoen?
A
Myra
B
rote Zipfelmütze
C
Nüsse, Mandarinen und Süßigkeiten
D
Playstation

Slide 9 - Quiz

Was trägt der Nikolaus?/ Wat draagt Nikolaus?
A
schwarzer Mantel und eine Rute
B
roter Hut und roten Mantel
C
Neuste Kollektion von Chanel
D
Jeans und rotes T-Shirt

Slide 10 - Quiz


Wie heißt der
Helfer (= hulp) von
St. Nikolaus?





Wie heißt der Helfer von
St. Nikolaus?


A
Rudolph
B
Knecht Ruprecht
C
Lebkuchenmann
D
Joseph

Slide 11 - Quiz

der Teller
Schokolade
Mandarinen
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk
der Dezember

Slide 12 - Drag question

Bekijk de volgende video en beantwoord de vragen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Symbool voor goed
Staat voor dreiging, voor als je stout bent geweest. 
Sankt Nikolaus
Knecht Ruprecht

Slide 15 - Drag question

Wann kommt der Nikolaus in Deutschland? / Wanneer komt Nikolaus naar Duitsland?
A
Am 6.Dezember
B
Am 05.Dezember
C
Am 24. Dezember
D
Am 30. Dezember

Slide 16 - Quiz

Wat hebben Nikolaus en Ruprecht altijd bij zich?
A
cadeaus, chocolade, roe
B
cadeaus, roe, gouden boek
C
chocolade, roe, gouden boek
D
cadeaus, gouden boek, chocolade

Slide 17 - Quiz

Welke personen heeft Nikolaus bij zich?
A
Engeln, Krampusse
B
Engeln, Krampusse, Korbleger
C
Krampusse, Korbleger
D
Engeln, Krampusse, Weihnachtsmann

Slide 18 - Quiz

timer
1:00
Sint Nikolaus und Krampus

Gehilfe Des Nikolaus mit Rußflecken
das Österreich
Das Spanien

Teufelsähnliches Wesen
Das Dampfschiff

Slide 19 - Drag question

Ostern
Nikolaus
Fasching
Oktoberfest
Weihnachten
Silvester

Slide 20 - Drag question

der Teller
Schokolade
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk

Slide 21 - Drag question

Wie heißt Sinterklaas auf Deutsch?
A
Sanktaklaus
B
Ruprecht
C
Nikolaus
D
Sinterklaus

Slide 22 - Quiz

Woher kommt Nikolaus ursprünglich?
A
Aus Spanien
B
Aus der Türkei
C
Aus den Niederlanden
D
Aus Marokko

Slide 23 - Quiz

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas ........ ..............
A
Knecht Peter
B
Samichlaus
C
Knecht Schmutzli
D
Knecht Ruprecht

Slide 24 - Quiz

Nikolaus wird in Deutschland gefeiert am
A
4. Dezember
B
5. Dezember
C
6. Dezember
D
7. Dezember

Slide 25 - Quiz

In Deutschland stellen Kinder auch ihre Schuhe um Geschenke zu bekommen.
A
richtig
B
falsch

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video


  • boek/schrift/pen op tafel
  • kauwgom uit

Slide 28 - Slide

Lernziele dieser Woche:
Je kunt korte nieuwsfragmenten begrijpen
Je kunt een leestekst over gezondheid begrijpe 
Je kent de betekenis van de woorden van Lernliste A - Gesundheit

Slide 29 - Slide


Aber zuerst.....ein Filmchen!
100 Sekunden Nachrichten






Slide 30 - Slide