Een aantal aandachtspunten
-
Vraag de cliënt in welk model je de haren moet kammen of borstelen. Als je de haren droog föhnt, stel de föhn dan niet te heet af.
- Bij (middel)lang haar is het vaak nodig dat je het haar eerst ontwart. Kam of borstel telkens de haren over een lengte van ongeveer vijf centimeter. Je begint van onderaf. Kam met je ene hand en houd de haren met je andere hand bij de hoofdhuid vast. Gaat het kammen of borstelen moeilijk, houd dan een kortere lengte (één tot twee centimeter) aan. Houd de haren goed vast om te voorkomen dat je de cliënt pijn doet.
- Observeer het haar en de hoofdhuid tijdens het kammen en borstelen. Ziet alles er normaal uit of is de huid rood en schilferig? Let ook op of er veel haaruitval is. Mensen met een ziekte of die bepaalde medicijnen slikken, kunnen last hebben van haaruitval. Haaruitval kan ook op iets anders wijzen, zoals stress.
- Haal dagelijks de haren uit de kam of borstel en reinig ze één keer in de maand.