Dit is de tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze vorm om gewoontes, feiten, herhaalde handelingen, onveranderlijke situaties, emoties of wensen uit te drukken.
Hoe maak je de present simple?
Je neemt het hele werkwoord bijv ‘to run’, maar dan gebruik je het zonder ‘to’.
Ik ren naar huis - I run home
Jij rent naar huis - You run home
Hij/Zij/Het rent naar huis - He/She/It runs home
SHIT regel