What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 8 Herhaling
Les 8 Herhaling
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Dutch as a foreign language
Tertiary Education
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 8 Herhaling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
I
NFORMATIE VRAGEN
FORMULEER DE VRAGEN OP EEN ANDERE MANIER
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Waarom ga je altijd wandelen in het bos?
A
Die vind ik leuk
B
Dat vind ik leuk
Slide 7 - Quiz
Ik heb een nieuwe tafel. Wil je mijn oude tafel kopen?
A
Dat is niet groot genoeg
B
Die is niet groot genoeg
Slide 8 - Quiz
Wat vond je Lina´s nieuwe stoelen?
A
Die heb ik nog niet gezien
B
Dat heb ik nog niet gezien
Slide 9 - Quiz
Zullen we op vakantie gaan met de auto?
A
Die vind ik een goed idee!
B
Dat vind ik een goed idee!
Slide 10 - Quiz
Waar is jouw man?
A
Dat is thuis bij de kinderen
B
Die is thuis bij de kinderen
Slide 11 - Quiz
Zal ik dit boek kopen voor Sjoerd?
A
Ja, dat is een goed idee
B
Ja, die is een goed idee
Slide 12 - Quiz
Heb je de folder al gelezen?
A
Nee, dat heb ik nog niet gelezen
B
Nee, die heb ik nog niet gelezn
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Voorbeeld:
Ze gaat trouwen in een witte jurk
Ze zal wel gaan trouwen in een witte jurk
Slide 16 - Slide
Met de trein is sneller dan met de auto
Slide 17 - Open question
Je bent morgen heel moe
Slide 18 - Open question
Het gaat zaterdag regenen
Slide 19 - Open question
Hij gaat niet mee naar de bioscoop
Slide 20 - Open question
We gaan haar verjaardag vieren in een Italiaans restaurant
Slide 21 - Open question
Je haalt de toets met een goed cijfer
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
GAAN OF ZULLEN?
A
Wacht even, ik ga de deur voor je opendoen.
B
Wacht even, ik zal de deur voor je opendoen.
Slide 24 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
We gaan toch een oplossing moeten vinden.
B
We zullen toch een oplossing moeten vinden.
Slide 25 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Morgen gaat het heel hard waaien.
B
Morgen zal het heel hard waaien.
Slide 26 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Dit weekend gaan we fietsen in de duinen.
B
Dit weekend zullen we fietsen in de duinen.
Slide 27 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Volgende week ga ik meer vrije tijd hebben.
B
Volgende week zal ik meer vrije tijd hebben.
Slide 28 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Marieke is moe en gaat slapen.
B
Marieke is moe en zal slapen.
Slide 29 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Hoe laat ga je vanavond thuis zijn?
B
Hoe laat zal je vanavond thuis zijn?
Slide 30 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Ik hoop dat het deze winter gaat sneeuwen.
B
Ik hoop dat het deze winter zal sneeuwen.
Slide 31 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
Ga ik je mijn schaar geven? Die is beter.
B
Zal ik je mijn schaar geven? Die is beter.
Slide 32 - Quiz
GAAN OF ZULLEN?
A
We gaan straks alle instructies krijgen.
B
We zullen straks alle instructies krijgen.
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
More lessons like this
Herhaling leds
January 2023
- Lesson with
15 slides
STEM
Secundair onderwijs
Opvoeding
5 days ago
- Lesson with
16 slides
Gedragswetenschappen
Secundair onderwijs
T4 Spelling Herhaling
February 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 1 VRT Mobiliteit
August 2022
- Lesson with
53 slides
by
EDUbox
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
Honden als huisdier
April 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
-ER: traduction des temps
April 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Secundair onderwijs
4Bs&a
May 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Examenopdracht
December 2022
- Lesson with
35 slides
Biologie
Secundair onderwijs