Onbewoond eiland

Onbewoond eiland
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Onbewoond eiland

Slide 1 - Slide

Stel je voor...
je wordt voor twee weken achtergelaten op een onbewoond eiland. Je moet daar zelf overleven. Je weet niet hoe groot het eiland is, of er andere mensen wonen en of er wilde dieren leven. Het enige wat je zeker weet, is dat je over twee weken weer wordt opgehaald op dezelfde plek als waar je bent afgezet.

Slide 2 - Slide

Vraag
Welke vier vrienden of klasgenoten zou jij meenemen?

Slide 3 - Slide

Vraag
Noem tien dingen die je mee zou nemen naar het eiland.

Slide 4 - Slide

De spelregels veranderen!
De boot waarmee je gedropt wordt, is kleiner dan gedacht. Je moet twee van je vrienden thuis laten. Dat zullen ze jammer vinden, want ze hadden zich verheugd op een survivalvakantie met jou! Je moet nu kiezen. Wie neem je uiteindelijk mee naar het eiland? 

Slide 5 - Slide

Hoe heb jij gekozen welke twee mensen je meeneemt?
Met mijn hoofd
Met mijn hart
Met mijn hoofd én hart

Slide 6 - Poll

En dan...
Door ruimtegebrek op de boot mag je nu ook nog maar vijf voorwerpen meenemen, in plaats van tien. Noem de
voorwerpen die je écht wil mee nemen.

Slide 7 - Slide

Hoe heb jij gekozen welke vijf dingen je meeneemt?
Met mijn hoofd
Met mijn hart
Met mijn hoofd én hart

Slide 8 - Poll

Eenmaal aangekomen...
Als je aangekomen bent op het eiland, blijkt het er niet zo uitgestorven als je had gedacht. Er is zelfs een dorp met winkels en een restaurantje. Je kunt klusjes doen in ruil voor eten. Slapen doe je op het strand. Als je dit van tevoren had geweten, dan had je je waarschijnlijk anders voorbereid en andere keuzes gemaakt. Schrijf hieronder op wie of wat je dan juist wel of niet had meegenomen en waarom.

Slide 9 - Slide

Wie of wat had je dan juist wel of niet meegenomen en waarom?

Slide 10 - Open question

Het maken van keuzes gaat me best goed af.
Klopt
Klopt soms wel, soms niet
Klopt niet echt

Slide 11 - Poll

Hoe meer ik vooraf weet, hoe beter ik kan kiezen
Klopt
Klopt soms wel, soms niet
Klopt niet echt

Slide 12 - Poll