This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
1. Stokken, gaas of touw
2. Voorkomt dat de plant over de grond groeit
3. Opwaartste groei
- Als je wil dat ze een bepaalde kant op groeien
- Draden, stokken of een pergola
- Sturing is belangrijk
1. Vorm en productie vruchten
2. Touw, stok of andere geleider
3. Bindbuis(elastisch) of touw(niet te strak)
4. Bindtang
Gewassen (schoffelen)
Schoffelen helpt niet bij kweekgras
-Veel plantentelers doen dit
-Herbiciden fungiciden insecticiden acariciden
- Zoveel mogelijk rekening houden met natuur
- GEEN chemische middelen
- Uitgangspunt elke insect heeft een natuurlijke vijand
1. Natuurlijke vijanden worden uitgezet en eten schadelijke insecten op
2. Voortplanting afremmen (steriele mannetjes uitzetten)
3. Biotoop verstoren