2km lezen H5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga direct naar je eigen plek, pak je spullen en ga stil lezen:

• leesboek
• lesboek blz. 153
• schrift antwoorden opdracht 2 t/m 5
• pen

Lesplanning

• opening/welkom
• stil lezen
• toets donderdag
• nk. spelling  / mk. spelling
• uitleg lezen
• maken opdrachten
• nakijken opdrachten

Lesdoelen

Ik kan met behulp van signaalwoorden vergelijkingen, tegenstellingen en redenen in een tekst herkennen. 

TEKSTVERBANDEN

EERDER LEERDE JE

- VOLGORDE VAN TIJD

- VOORBEELD

- OPSOMMING

en de signaalwoorden

Genoemde zaken worden achter elkaar opgesomd

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

Gebeurtenissen worden in een bepaalde tijdsvolgorde genoemd

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

Daarna, vervolgens, intussen, 2017, nu, eerst, vroeger, acht uur ...
Signaalwoorden horen bij:

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte, om te beginnen, 1, 2, 3, ...
Signaalwoorden horen bij:

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere...
Signaalwoorden horen bij:

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagne.

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

TEKSTVERBANDEN

VANDAAG LEER JE:

- VERGELIJKING

- TEGENSTELLING

- REDEN

en de signaalwoorden

TEKSTVERBANDEN

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.

Die samenhang heet VERBAND IN EEN TEKST.

Door te letten op tekstverbanden begrijp je een tekst beter.

SIGNAALWOORDEN

Signaalwoorden verbinden woorden, zinnen, en alinea's.

Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.

SOORTEN TEKSTVERBANDEN

- volgorde van tijd

- voorbeeld

- opsomming

- vergelijking

- tegenstelling

- reden

(en meer)

VERGELIJKING

Een vergelijking geeft aan dat er meerdere dingen met elkaar vergeleken worden.

Het kijken naar verschillen en overeenkomsten.

SIGNAALWOORDEN

bij vergelijking

net zo als, even..als, in vergelijking met, meer/groter/beter dan.

Voorbeeld van een vergelijking:

Zijn T-shirts van Ben en Jerry's zijn net zo verantwoord als die van H&M?

Hier vergelijk je de T-shirts van Ben & Jerry's met die van H&M.

TEGENSTELLING

Mensen of dingen die elkaars tegenovergestelde zijn.

SIGNAALWOORDEN

bij tegenstelling

maar, toch, echter, hoewel, tegenover, daar staat tegenover, aan de ene kant... aan de andere kant.

Voorbeeld van een tegenstelling

Die pizza ziet er lekker uit, maar hij is niet te eten.

De tegenstelling is:

lekker <--> niet te eten

REDEN

Een redengevend verband geeft aan

waarom iemand iets doet of vindt.

SIGNAALWOORDEN

bij reden

omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is.

VOORBEELD

reden

Voor het proefwerk van biologie had ik een slecht cijfer,

want ik heb er niet goed voor geleerd.

De reden van het slechte cijfer is

dat ik niet geleerd heb voor het proefwerk.

Jouw broer is groter dan ik.

1. vergelijking
2. tegenstelling
3. reden

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.

1. vergelijking
2. reden
3. tegenstelling

Het leek me echt een goede telefoon, maar na een week is hij al kapot.

1. vergelijking
2. reden
3. tegenstelling

Zelfstandig werken

1. nakijken: opdracht 2, 3, 5 blz. 153-156 AB blz. 
2. maken: opdracht 6 t/m 8 blz. 155-156
3. nakijken: opdracht 6 t/m 8 
4. mk. opdracht 1 en 2 lezen blz. 167
5. Ga direct aan de slag en blijf aan het werk.
6. Stil lezen

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Huiswerk

maken: opdracht 2 en 3 blz. 168-171