This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Vandaag:
Inleveren boomdossier
Uitleg paragraaf 1.3 (bladzijde 22)
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Wat energie is.
Waar wij energie voor nodig hebben.
Hoe organismen aan energie komen.
Slide 2 - Slide
Wanneer leeft iets? -> Levensverschijnselen
Levend, dood en levenloos
Slide 3 - Slide
Wat is energie?
De zon is de grootste en belangrijkste energiebron voor al het leven op aarde.
Het geeft energie in de vorm van warmte, licht en straling. Dit is energie die op aarde belangrijk is.
Slide 4 - Slide
Hoe komt een organisme aan energie?
In een organisme vind verbranding plaats, waar energie bij vrijkomt. Verbranding vind niet zomaar plaats, maar je hebt hier altijd een brandstof en zuurstof voor nodig.
Wat is de brandstof en hoe komen je cellen aan zuurstof?
Slide 5 - Slide
Wat komt er vrij bij verbranding?
Bij verbranding komt er energie en stoffen bij vrij. Energie in de vorm van ATP, en afvalstoffen in de vorm van water en koolstofdioxide (CO2).
Slide 6 - Slide
Warmbloedig
Bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur altijd hetzelfde, dit kost meestal meer energie.
Koudbloedig
Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur hetzelfde als de buitentemperatuur, dit kost minder energie, maar het organisme is daardoor minder actief.
Slide 7 - Slide
Warmbloedig
Koudbloedig
Slide 8 - Slide
Aanpassen
Alle organismen passen zich aan om de omgeving om hier beter in kunnen leven, deze aanpassingen zijn er vaak om goed met middelen (energie en water) om te kunnen gaan.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 1.3. Dit begint op bladzijde 27, en is 8 t/m 15.