Zorgwetten en financiën

 zorgwetten en financiën
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 zorgwetten en financiën

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les
10 uur; korte terugblik vorige les
10.10 uur; quiz wetten en financiën
10.40 uur; stellingen bekostiging van de zorg
11.10 uur; bespreken eindopdracht
11.25 uur; evaluatie en volgende les


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je benoemt de verschillende wetten in de zorg die relevant zijn voor de behandeling van specifieke situaties
  •  Je legt uit wat elke wet inhoudt en begrijpen hoe deze van toepassing is op de gegeven casus
  •  Je past de principes en bepalingen van de wetten toe op de specifieke omstandigheden in de casus
  • Je past de kennis van bekostiging van de zorg toe om te beoordelen welke stellingen waar of onwaar zijn en kan uitleggen waarom.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Theorie
Take Care Module 4
7.1-7.3

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke wetten in de zorg kennen jullie ?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wetten in de zorg
  • WGBO
  • BIG
  • WLZ
  • AVG
  • Kwaliteitswet Zorginstellingen
  • WMO
  • WJZ
  • WMH

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

  • Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO): Regelt de rechten en plichten van patiënten en zorgverleners bij medische behandelingen, zoals informed consent en het recht op privacy van medische gegevens.
  • Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG): Stelt regels en eisen voor het uitoefenen van bepaalde medische beroepen en beschermt de titel en de bekwaamheid van zorgverleners.
  • Wet Langdurige Zorg (WLZ): Regelt de zorg voor mensen die blijvend intensieve zorg en ondersteuning nodig hebben, zoals langdurige zorg in verpleeghuizen.
  • Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG): Biedt regels voor de bescherming van persoonsgegevens, inclusief medische gegevens, en legt verplichtingen op aan zorgverleners om de privacy van patiënten te waarborgen.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

  • Kwaliteitswet Zorginstellingen: Stelt eisen aan de kwaliteit en veiligheid van zorgverlening in zorginstellingen en regelt het toezicht op de kwaliteit van zorg.
  • Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO): Regelt de ondersteuning en zorg voor mensen die hulp nodig hebben bij zelfredzaamheid en participatie in de samenleving.
  • Wet op de Jeugdzorg (Wjz): Regelt de jeugdzorg en de verantwoordelijkheden van gemeenten bij de uitvoering van jeugdhulp.
  • Wet op de Medische Hulpmiddelen (Wmh): Regelt de veiligheid, kwaliteit en doeltreffendheid van medische hulpmiddelen die worden gebruikt in de zorg.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van een bewindvoerder of curator?
A
Het beperken van de vrijheid van de persoon.
B
Het maximaliseren van winst voor de persoon.
C
Het minimaliseren van kosten voor de persoon.
D
Het beschermen van de belangen van een persoon.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wie benoemt een bewindvoerder of curator?
A
Een notaris benoemt een bewindvoerder of curator.
B
Een advocaat benoemt een bewindvoerder of curator.
C
Een burgemeester benoemt een bewindvoerder of curator.
D
Een rechter benoemt een bewindvoerder of curator.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een bewindvoerder en een curator?
A
Een bewindvoerder beschermt het vermogen van de persoon.
B
Een curator beschermt het vermogen van de persoon.
C
Een curator behandelt de belangen van de persoon.
D
Een bewindvoerder behandelt de belangen van de persoon.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke leeftijdsgroep valt onder de Jeugdwet?
A
Kinderen en jongeren tot 18 jaar.
B
Alleen kinderen tot 12 jaar.
C
Jongeren tot 25 jaar.
D
Volwassenen vanaf 21 jaar.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het eigen risico bij een basisverzekering volgens de Zorgverzekeringswet?
A
100 euro per jaar.
B
500 euro per jaar.
C
385 euro per jaar.
D
Geen eigen risico.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wie moeten verplicht een zorgverzekering afsluiten volgens de Zorgverzekeringswet?
A
Alleen mensen met een hoog inkomen.
B
Alleen mensen die in de zorg werken.
C
Alle inwoners van Nederland.
D
Alleen mensen onder de 30 jaar.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan een WLZ indicatie aangevraagd worden?
A
Gemeente
B
Overheid
C
CIZ
D
Zorgverzekeraar

Slide 16 - Quiz

Centrum indicatiestelling zorg.
Indicatiestellen voor wet-langdurige zorg
Er wordt een zorgprofiel vastgesteld: hoe veel zorg heeft iemand nodig en welke zorg
Zorg wordt verleend intramuraal tenzij.....
Onvrijwillige zorg is volgens de wet:
A
Zorg die door de arts wordt opgelegd
B
Zorg waartegen de cliënt (of vertegenwoordiger) zich verzet
C
Zorg die door de vertegenwoordiger of familie wordt opgelegd

Slide 17 - Quiz

Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is; dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.
Een dementerende zorgvrager kan niet meer lopen vanwege verlammingsverschijnselen. Om te voorkomen dat zij uit haar rolstoel valt wordt een rolstoelblad op haar rolstoel gezet.
Valt dit onder WZD? Moet het stappenplan gevolgd worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Dit is geen beperking van bewegingsvrijheid doordat zorgvrager toch al niet meer zelfstandig uit stoel op kan staan. Dan is bedhek of rolstoelblad geen onvrijwillige zorg.
Wat als dezelfde zorgvrager het niet fijn vindt dat het rolstoelblad op haar rolstoel zit? Valt het dan onder WZD?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Als zorgvrager zich toch verzet dan kan dit gezien worden als beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten. Het stappenplan moet worden doorlopen.
Een cliënt is heel erg vergeetachtig, maar niemand heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening. Is de Wet zorg en dwang dan van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Als er geen psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) is vastgesteld mogen er geen maatregelen genomen worden die de cliënt niet wil.
De Wet zorg en dwang is alleen van toepassing op cliënten met een gediagnosticeerde psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking. Dit kan zijn vastgesteld door een ter zake deskundige arts of door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat een indicatiebesluit heeft genomen voor cliënten die aanspraak kunnen maken op zorg die valt onder de Wet langdurende zorg.
Een verpleeghuisbewoner die lijdt aan dementie mag wordt vastgebonden geworden als hij/zij agressief gedrag vertoont
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De Wet zorg en dwang is niet van toepassing op cliënten die thuis wonen en zorg ontvangen van een thuiszorgorganisatie
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt NIET geregeld vanuit de WMO?
A
Hulp in de huishouding.
B
Hulpmiddelen voor diabetes.
C
Boodschappenservice.
D
Vervoerservice.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Je mag een opname terugluisteren van een gesprek tussen jou en een cliënt
A
Ja dat mag
B
Nee dat mag niet

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat WGBO voor?
A
Wet op de geneeskundige begeleidingsovereenkomst
B
Wet op de genezing, behandeling en opvang
C
Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat regelt de WGBO?
A
Recht op informatie
B
Inzage dossier
C
Kosten van de zorg
D
Klachten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wie vallen onder de WVGGZ?
A
Mensen met een ernstige vorm van schizofrenie
B
Dementerenden.
C
Lichamelijke gehandicapten
D
Geestelijke gehandicapten

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De WLZ is bedoeld voor mensen die 24 uurs zorg of verpleging nodig hebben
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Om zorg te kunnen krijgen in een verpleeghuis is een WLZ indicatie nodig
De Wet langdurige zorg (Wlz) is 1 januari 2015 ingevoerd
De Wlz is er voor zorgvragers die de hele dag intensieve zorg of toezicht nodig hebben, bijv. ouderen met vergevorderde dementie of zorgvragers met ernstige beperkingen.
De WLZ is alleen van toepassing als cliënten in een instelling wonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Hoe komt een zorgvrager in een verpleeghuis :
Wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt vragen een indicatie aan voor de Wet langdurige zorg (Wlz) bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ)
CIZ checkt of iemand voldoet aan de voorwaarden voor de Wlz
Gegevens moeten worden ingeleverd (zorgverzekeraar, medische gegevens, etc)
Binnen 6 weken indicatiebesluit van CIZ per brief
CIZ indiceert het zorgprofiel dat het best past bij de cliënt
Onbegrepen gedrag van een cliënt komt altijd door psychische problemen van de cliënt, zoals slaapproblemen, angsten, wanen of een psychose.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Onbegrepen gedrag kan door veel dingen veroorzaakt worden. We noemen er een paar:
- Fysieke factoren: pijn, blaasontsteking, obstipatie, slikproblemen
- Psychische factoren: psychose, angststoornissen, wanen, slaapproblemen
- Omgevingsfactoren: gedrag van medebewoners, bouwkundige beperkingen (bijv. weinig bewegingsruimte, geen binnentuin), onrustige omgeving, bejegening
Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 2 weken
B
Minimaal elke 4 weken
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
Minimaal elk half jaar

Slide 31 - Quiz

Onvrijwillige zorg moet in eerste instantie minimaal elke 3 maanden geëvalueerd worden.
Bij een maatregel ter overbrugging van een noodsituatie moet zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken, geëvalueerd worden of deze maatregel al dan niet moet worden voortgezet.
Als de onvrijwillige zorg na het doorlopen van het stappenplan definitief is, dan moet het elke 6 maanden, tijdens de reguliere zorgplanbesprekingen, worden geëvalueerd.
Wanneer mag je volgens de Wet zorg en dwang onvrijwillige zorg toepassen?
A
Als er 'ernstig nadeel' dreigt
B
Als de cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) heeft of een verstandelijke beperking
C
Als er geen andere oplossing is om 'ernstig nadeel' te bestrijden
D
Alle drie zijn een voorwaarde

Slide 32 - Quiz

Alle drie zijn een voorwaarde.
Volgens de Wet zorg en dwang mag je onvrijwillige zorg toepassen bij mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ en er geen vrijwillige alternatieven te vinden zijn.
Onder ‘ernstig nadeel’ wordt het volgende verstaan:
- De cliënt brengt zichzelf of anderen in levensgevaar.
- De cliënt brengt ernstig lichamelijk letsel toe.
- De cliënt brengt ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade toe.
- Verwaarlozing of ‘maatschappelijk teloorgang van de cliënt of andere.
- De veiligheid van de cliënt wordt bedreigd.
- De cliënt roept met hinderlijk gedrag agressie van anderen op.
- De algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
Is psychofarmaca onvrijwillige zorg?
A
Ja
B
nee
C
Soms wel/soms niet

Slide 33 - Quiz

Psychofarmaca is soms wel en soms niet onvrijwillige zorg.
Psychofarmaca zijn medicijnen die invloed hebben op het gedrag van mensen, en worden bijvoorbeeld gebruikt om mensen iets rustiger te maken of te kalmeren.
Psychofarmaca is onvrijwillige zorg indien een cliënt of vertegenwoordiger zich verzet.
Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is. Dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.
Psychofarmaca is geen onvrijwillige zorg, indien een cliënt of vertegenwoordiger zich niet verzet.
Belangrijk hierbij is dat het stappenplan altijd gevolgd moet worden bij het toedienen van gedragsmedicatie die buiten de richtlijn is voorgeschreven, bij wilsonbekwame cliënten. Deze vorm van zorg wordt zó ingrijpend gevonden, dat instemming van de cliëntvertegenwoordiger bij wilsonbekwame cliënten niet voldoende is. Ook als de wilsonbekwame cliënt of zijn vertegenwoordiger instemt met deze maatregelen, moet toch het stappenplan worden gevolgd.
Het ‘toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn’ betekent het toedienen van gedragsmedicatie zonder onderliggende diagnose. In de wet wordt hierbij verwezen naar de Richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (Verenso, 2018).
Bij het toepassen van onvrijwillige zorg moet je een stappenplan doorlopen. Wat is de kern van het stappenplan?
A
Analyse van het gedrag en zoeken naar alternatieven
B
Multidisciplinair overleg
C
Registratie: vastleggen in zorg- of ondersteuningsplan
D
Alle zijn juist

Slide 34 - Quiz

De kern is: zorgvuldige besluitvorming, zoeken naar alternatieven, multidisciplinair overleg én registratie.
De Wet zorg en dwang gaat uit van een getrapt zorgmodel. Als het niet lukt om een vrijwillig alternatief te vinden, moet de zorgorganisatie een stappenplan doorlopen. Hierbij wordt de situatie goed geanalyseerd en worden mogelijke alternatieven in een multidisciplinair team bekeken. Het doel van het stappenplan is een zorgvuldige afweging en het voorkomen van onvrijwillige zorg. In het stappenplan zoeken zorgmedewerkers steeds naar alternatieve en minder ingrijpende maatregelen. Onvrijwillige zorg moet altijd vastgelegd worden in het zorg- of ondersteuningsplan om verantwoording af te leggen én de maatregel te kunnen evalueren.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO. Door ondersteuning aan te reiken aan mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

A
Juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Ondersteuning thuis vanuit de Wmo
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Het gaat bijvoorbeeld om:
begeleiding en dagbesteding;
ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten;
een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis;
opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn.
Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.
Stellingen
Wat vind jij en waarom ?

juist                                     onjuist

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Stelling 1
De zorgverzekeringen zouden risicogroepen (rokers, druggebruikers, extreme sporters, alcoholverslaafden,..) een hogere premie moeten laten betalen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Stelling 2
De overheid moet meer betalen voor alternatieve therapiën die niet wetenschappelijk bewezen, maar waarvan sommige mensen zeggen dat ze helpen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Stelling 3
De zorg zou meer moeten focussen op preventie dan op genezing om kosten te besparen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Stelling 4
Medische adviezen moeten verplicht worden opgevolgd, anders gaat de zorgpremie omhoog.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Stelling 5
Alles wat medisch gezien kan om patiënten beter te maken moet ook vergoed worden in de basisverzekering.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Stelling 6
Een chip met persoonlijke gezondheidsinformatie moet bij iedereen worden geïmplanteerd. Zo kan de zorgpremie omlaag.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Stelling 7
Moet er meer geld worden geïnvesteerd in de zorg om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, of is het beter om te bezuinigen en de efficiëntie te verhogen?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Stelling 8
Mensen die in de zorg werken moeten geen zorgpremie betalen.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Uitleg en vragen eindopdracht

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

evaluatie
  1. Heb je nieuwe inzichten gekregen tijdens deze les?
  2. Wat vond je het meest interessante  van de les?
  3. Waar zou je nog meer over willen weten na deze les?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Complimentje !

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Volgende lessen
3/4 klinisch redeneren aan de hand van casussen
en ABC-oefeningen
10/4 gastles mantelzorg en einddatum inleveren eindopdracht
17/4 kantel week, geen les

Slide 48 - Slide

This item has no instructions