2. mannelijk, vrouwelijk of onzijdig

Formuleren
Blz. 220
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Formuleren
Blz. 220

Slide 1 - Slide

Formuleren
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig

Je kunt opzoeken of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is;
Je kunt de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video




het-woorden 

dat, dit 

het --> dat + dit





De-woorden 
 
die, deze

de --> die + deze
Onzijdig
Mannelijk/vrouwelijk

Slide 4 - Slide

Woordenboek
Hoe weet je of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig (woordgeslacht) is?
Zoek het op in een woordenboek.

Slide 5 - Slide

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

De liefde ... hij haar gaf, was heel groot.
A
die
B
dat
C
dit
D
deze

Slide 7 - Quiz

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

Mijn zonen zijn in deze oorlog gestorven, ... stomme oorlog.
A
die
B
dat
C
dit
D
deze

Slide 9 - Quiz

Maak een zin met deze woorden. Let op! Kies het juiste verwijswoord.
deze/die - auto - garage

Slide 10 - Open question

In de volgende zin staat een fout. Herschrijf de zin.

Het meisje die daar staat, is de zus van mijn vriend.

Slide 11 - Open question


Waarnaar verwijzen de onderstreepte woorden?

Tom heeft een rekenmachine voor mij meegebracht, maar zij werkt niet. 
A
Tom
B
de rekenmachine
C
de zus van Tom
D
mij

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 1
opdracht 2: alleen de of het invullen
Opdracht 3
Opdracht 5
Klaar? Maak opdracht 4

Slide 13 - Slide