Negatieve getallen
1 / 18
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
A en B zijn negatieve getallen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Het getal 0 is een positief getal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
B en C zijn tegengestelde getallen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
-4,5 < -4,25
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
-23 + - 14 =
Slide 6 - Open question
... + - 23 = 18
Slide 7 - Open question
- 14,5 --43,3 =
Slide 8 - Open question
24 x -3=
Slide 9 - Open question
-4² +4 ... (-3)² : -3 =
A
>
B
<
Slide 10 - Quiz
-16 x -4 + 7=
Slide 11 - Open question
-225 : - 15 =
Slide 12 - Open question
(-8)² =
A
64
B
-64
Slide 13 - Quiz
-7² =
A
49
B
-49
Slide 14 - Quiz
De uitkomst van (-5)²³ is positief.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Schrijf de tussenstappen in je schrift!
3³ : -9 + 5 x -2 =
3³ : -9 + 5 x -2 =
Slide 16 - Open question
Schrijf de tussenstappen in je schrift!
(-2)³ - (25 : -5)² + 4 =
(-2)³ - (25 : -5)² + 4 =
