Stel je hebt een premie van €105, de poliskosten bedragen €5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%.
Bereken de verzekeringskosten
Slide 15 - Slide
Berekenen verzekeringskosten
Premie + poliskosten +
assurantiebelasting (over premie+poliskosten)
= verzekeringskosten
Stel je hebt een premie van 105, de poliskosten bedragen 5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%.
Bereken de verzekeringskosten.
premie + poliskosten =
105+5,50= 110,50
assurantiebelasting is 21% van 110,50=
110,50:100x21= 23,21
110,50+23,21=133,71
105+5,50+21%v110,50=133,71
Slide 16 - Slide
De premie is 2,75 promille van € 5.000 Hoeveel is de premie?
Slide 17 - Open question
Stel je hebt een premie van €105, de poliskosten bedragen €5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 7,8%.
Bereken de verzekeringskosten
Slide 18 - Open question
Het huis van De Wit wordt door bliksem getroffen. Het dak moet vernieuwd worden. De kosten hiervan zijn € 36.000. Het verzekerde bedrag is € 40.000, de werkelijke waarde is € 50.000 De verzekeraar keert uit:
Slide 19 - Open question
Meneer de Groot heeft een inboedel t.w.v. €60.000. Voor de zekerheid verzekert hij de inboedel voor €80.000. Hij betaalt een premie van €1,50 per €1.000 verzekerd bedrag. Bij een inbraak is er voor €12.000 schade. Hoe hoog is de premie en hoeveel keert de verzekeraar uit?
A
Premie €90
Uitkering €12.000
B
Premie €90
Uitkering €16.000
C
Premie €120
Uitkering €12.000
D
Premie €120
Uitkering €16.000
Slide 20 - Quiz
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 21 - Open question
3e uur Nederlands
Grammatica & spelling blz. 108-109
Maken de opdrachten 12 t/m 16
Slide 22 - Slide
Theorie grammatica & spelling
Uitleg theorie over persoonsvorm in samengestelde zinnen
Slide 23 - Slide
4e uur Engels
Herhaling H2
Maak de opdrachten: 9 t/m 14 op blz. 79-83 van je werkboek.
Gebruik je tekstboek voor de lees gedeeltes.
Slide 24 - Slide
5e uur Wiskunde
H 5.1 Hellingspercentage
Maak de opdrachten van blz. 224 t/m 230.
behalve de opdrachten met vergrootglas, deze mag je overslaan.
Slide 25 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
- Spelregels
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
Slide 26 - Slide
Spelregels
Voor elke les zoals die in de 'gewone' planning staat wordt een les gemaakt in Lesson Up.
Je werkt zelfstandig de lessen door, leest de theorie, je maakt de opdrachten die in de lessen worden opgegeven.
Naast de sommen in het boek maak je ook digitale sommen, via Lesson up. Leermiddelen =>Boek: Getal & Ruimte => Opdrachten => Hoofdstuk 5.
De berekeningen van digitale sommen schrijf je in je schrift, niet op losse blaadjes. Ik kan ook vragen om foto's van die berekeningen, om te zien waar het verkeerd gaat.
Loop je ergens vast, kijk dan eerst in de uitwerkingen of stel je docent een duidelijke vraag (per mail of WhatsApp of via Teams).
Slide 27 - Slide
Aan het eind van de les:
Ik weet wat een rechthoekige driehoek is
Ik ken de stelling van Pythagoras
Ik kan de stelling van Pythagoras toepassen
Ik weet dat ik de ene keer moet delen en de andere keer moet vermenigvuldigen om het ontbrekende getal te vinden
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
blz. 220
Slide 30 - Slide
blz. 220
Slide 31 - Slide
Opgave 1 en 2 (blz. 220)
maak de sommen alvast in je schrift!
aantal
240
aantal
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
blz. 221
Slide 34 - Slide
blz. 221
Slide 35 - Slide
blz. 221
schrijf de hulpsom gewoon in je schrift, of bovenaan op de toets...