Cultuur van het Moderne inleiding

Wat vooraf ging aan de 'Modernen'


Wat gebeurde er in de 19e eeuw?
1 / 45
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat vooraf ging aan de 'Modernen'


Wat gebeurde er in de 19e eeuw?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide


De industriële revolutie had grote gevolgen voor zowel de steden als het platteland. 

Welke gevolgen voor het platteland kan je bedenken? 

Woonomstandigheden in Londen ca 1870 Gravure van Gustave Doré

Slide 4 - Slide

Als gevolg van de industriële revolutie veranderde ook de stad. In welke opzichten veranderde de stad?
A
Arbeiders woonden in krappe huizen in krottenwijken. De bourgeoisie vertrok uit het centrum naar de rand van de stad.
B
Door het vele geld kon er meer gebouwd worden en de infrastructuur veranderde.
C
Arbeiders konden nu ook mooie huizen betalen. Er werden brede wegen en lanen werden aangelegd.
D
Er was minder armoede. Er was veel geld voor musea, restaurants en dansgelegenheden.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe zie je in dit kunstwerk de
invloed van de fotografie?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Caspar David Friedrich 
-wandelaar boven de zee 
van wolken (1818)
Romantiek
- Natuur, het sublieme
- De dood
- Gevoelens

Slide 12 - Slide

William Turner - Sneeuwstorm- stoomboot voor de havenmond 1842

Slide 13 - Slide

Henry Fuseli - De nachtmerrie - 1782

Slide 14 - Slide

De salon
In de achttiende en negentiende eeuw is de Salon in Parijs van grote betekenis voor de kunstwereld, voor zowel de kunstenaars als de kopers van kunst.

Slide 15 - Slide

Waaraan ontleent de Salon haar belang voor kunstenaars?
A
Kunstenaars kunnen er socializen en er wellicht een vrouw vinden.
B
Kunstenaars gebruiken het vooral als middel om aan geld te komen
C
Kunstenaars kunnen hier hun visie op kunst tonen en daarmee een groot publiek bereiken.
D
Kunstenaars kunnen er bekendheid verwerven en schilderijen verkopen.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Impressionisme

Slide 19 - Slide

De kleurencirkel

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Cultuur van het Moderne
Inleiding

Slide 22 - Slide

Over welke periode hebben we het als we praten over het 'moderne'
A
vanaf 1950 tot nu
B
vanaf 1800 tot nu
C
vanaf 1900 tot 19:50
D
vanaf 1850 tot 1900

Slide 23 - Quiz

Wat maakt iets 'modern' ?

(vermijd het woord 'nieuw' in je antwoord)

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Video

1917
1914-1918
1939-1945
1927
Futuristen hopen op oorlog
Stalin aan de macht
Wereld Oorlog I
Russische Revolutie
Wereld Oorlog II
Opkomst fascisme

Slide 26 - Drag question

Welke stelling past bij de moderne kunstenaar?
A
Kunstenaars maken kunst in opdracht voor rijke mensen
B
Kunstenaars zijn financieel afhankelijk van de vrije markt
C
Kunstenaars hebben veel artistieke vrijheid, zijn autonoom
D
Kunstenaars maken kunst volgens de regels van de Salon

Slide 27 - Quiz

Salon
Salon des Refusés 1863

Slide 28 - Slide

voor 1900
na 1900

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

VERNIEUWING!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide

Avant-garde
- Als hij zich afzet tegen/wilde breken met de traditie/het academische.
- Als hij iets geheel nieuws ontwikkelt/zoekt naar nieuwe uitdrukkingsvormen.
- Als hij experimenteert (met kleur, vorm, materialen, technieken etc.)
- Als hij zich opstelt als voorhoede van een maatschappelijke vernieuwing.

Maak aantekening

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Denkers
- Freud > Onderbewuste > beïnvloedt Expressionisten en Surrealisten
- Nietzsche > Übermensch (losmaken van de massa) > Futuristen
- Marx > communisme > kunst mag niet elitair zijn, moet toegankelijk zijn voor alle 'kameraden'...(moderne kunst wordt verworpen)

Slide 36 - Slide

Factoren die van invloed zijn op ontstaan moderne kunst

  1. Opmars techniek
  2. Grote vernieuwende denkers
  3. Oorlogen en revoluties
  4. Inspiratie uit andere culturen

Slide 37 - Slide

Kenmerken Moderne kunst
scheiding tussen hoge en lage kunst
Er was een scheiding tussen moderne Kunst en andere levensgebieden. De kunstenaar werd gezien als een genie.

autonomie van de kunst
Kunst werd een autonoom domein, naast dat van de wetenschap, de moraal, de politiek, de religie en de filosofie. Kunst had een kritisch-maatschappelijke functie.

Slide 38 - Slide

Kenmerken Moderne kunst
nadruk op authenticiteit en betekenis
De modernistische kunstenaar zocht naar betekenis, naar de Waarheid, het Sublieme. Hij bracht het ene, Grote Verhaal met ernst en idealisme. Een zoektocht naar zekerheid en vaste concepten.

Slide 39 - Slide

Kenmerken Moderne kunst
idealisme: een utopische visie
De modernistische mens was een pelgrim: op zoek naar de Waarheid, zijn leven liep min of meer in rechte lijn naar een hoger doel. De moderne kunst zocht naar geheel nieuwe vormen, om daarmee een bijdrage te leveren aan een betere maatschappij.
Men zocht naar een ‘eenheidstaal’, en legde nadruk op constructie (of, zoals bij Dada: destructie).

Slide 40 - Slide

Kenmerken Moderne kunst
stilistische zuiverheid, formalisme en functionalisme, originaliteit
Er was veel aandacht voor de vormaspecten van het kunstwerk. De kunstenaar wilde zuiver en principieel zijn. Hun moderne kunst is gericht op vernieuwing. De nadruk lag op eenheid. Originaliteit was belangrijk: er werd afstand genomen van de (esthetische) traditie: een radicale breuk met het verleden.
Bij modernistisch design moest de vorm van een product zijn afgestemd op de functie.

Slide 41 - Slide

Kunststromingen
Vanuit het impressionisme komen vele vernieuwende kunststromingen.
Maak een tentoonstelling (digitaal/analoog) van 5-10 voorbeelden/kunstwerken van jouw stroming.

Slide 42 - Slide

Opdracht
- maak een tentoonstelling (digitaal/ analoog)
-5-10 kunstwerken
- leg aan de hand van deze kunstwerken uit waar de stroming voor staat/ onderzoekt/ kenmerkt etc...gebruik info uit boek.
- je presenteert dit in max 5 minuten. 
- Vrijdag hieraan werken
- Volgende week presenteren

Slide 43 - Slide

Groepen
1. Expressionisme   ->   Iris en Rien
2. Fauvisme    -> Danique en Marjette
3. Kubisme    -> Selah en Estelle
4. Der Blaue Reiter   -> Marinthe en Christian
5. Futurisme    -> Sam en Sarah
6. Constructivisme    -> Julian en Lize
7. Bauhaus    -> Alidia en Bart
8. Surrealisme-> Reijer en Rachel
9. Dadaïsme -> Charlize en Selena
10. Art-Deco-> Mattanya en Anna

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video