KNM 4.1 - 4.3

Huiswerk vorige les
Leer de teksten en de blauwe woorden
maak de opdrachten bij 3.3 t/m 3.5
Maak de test 'wat weet je al? van thema 4
volgende week: presentatie Ramzi (4.1 gezond blijven) en Yousef (4.2 huisarts en apotheek)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Huiswerk vorige les
Leer de teksten en de blauwe woorden
maak de opdrachten bij 3.3 t/m 3.5
Maak de test 'wat weet je al? van thema 4
volgende week: presentatie Ramzi (4.1 gezond blijven) en Yousef (4.2 huisarts en apotheek)

Slide 1 - Slide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
KNM
thema 4
gezondheid

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Introfilm
Bekijk de film en geef antwoord op de volgende vragen:

1. Wat is er met Sura?
2. Wat zegt Gerda tegen Sura?
3. Wat heb je nodig voor de specialist?



Slide 3 - Slide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
4.1 Gezond blijven
Presentatie van Ramzi


Slide 4 - Slide

1. Ze heeft buikpijn en ze wil naar een specialist.
2. Sura moet eerst naar de huisarts.
3. Een verwijsbrief
Wat doe jij om gezond te blijven?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

4.1 Oefenen
Blz. 44
  • Welke foto past bij jou? kies één foto. Vertel waarom hij bij jou past.
  • Fiets jij vaak? Waarom wel? Waarom niet?
  • Bespreek samen vraag 3



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

4.1 Oefenen
Gezond of ongezond?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4.1 Oefenen
Hoe gezond leef jij?

Maak de test!
Wat is je score?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Je hebt al een tijdje problemen met je gezondheid. Wat doe je?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

4.2 De huisarts en de apotheek
Presentatie Yousef

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4.2 De huisarts en de apotheek
Lees de tekst op blz. 45


                                                        pijnstiller: een medicijn tegen pijn.

                                               

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lees verder op blz. 45 

            huisartsenpraktijk: het gebouw waar de huisarts werkt
.



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voor welke klachten bel je de huisarts?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Een afspraak maken  
Lees mee op blz. 45

          spreekuur: 
het moment waarop je
naar de huisarts kan gaan.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lees verder op blz. 45

         huisartsenpost:  
het gebouw waar 's avonds, 
's nachts en in het weekend 
huisartsen
werken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De apotheek
Lees mee op blz. 45 

          voorschrijven: zeggen of schrijven wat iemand moet doen.
Bijv. de huisarts schrijft  mij medicijnen voor. Ik moet ze elke dag innemen.

           herhaalrecept: 
een recept voor medicijnen die je vaak nodig hebt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

4.3 Naar het ziekenhuis
Zijn de ziekenhuizen in Nederland hetzelfde als in jouw land? Wat zijn de verschillen?


Denk aan: de dokters, de kamers, het eten, het bezoek.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

4.3 Naar het ziekenhuis
(de) polikliniek
doorverwijzen
(de) Spoedeisende Hulp
(de) verwijsbrief
(de) specialisten
(de) patiëntenpas
(de) ambulance
noodgevallen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

4.3 Oefenen
  • Oefening 6 op blz. 47 in tweetallen
  • Maak Werkblad 4.3a (Zoek bij elkaar)
  • Maak Werkblad 4.3b (Wie bel je?)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor 18 dec.
  • Oefening 5 op blz. 46
  • Oefening 7 op blz. 47
  • Maak op de ELO 4.1, 4.2 en 4.3
  • Leer de blauwe woorden van 4.1, 4.2 en 4.3

Slide 20 - Slide

This item has no instructions