02.10.2023

Unterricht 02.10.2023
Herhaling! 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Unterricht 02.10.2023
Herhaling! 

Slide 1 - Slide

Herhaling toets stof
Pak je laptop en log in op www.lessonup.com

Slide 2 - Slide

Sleep de juiste Duitse vertaling naar de Nederlandse 
ik ben
jij bent
hij is
zij is
wij zijn
jullie zijn
het is
u bent
zij zijn
ich bin
ihr seid
er ist
es ist
wir sind
du bist
sie ist
Sie sind
sie sind

Slide 3 - Drag question

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schรถne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 4 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 5 - Drag question

haben
ik heb
ich
jij hebt
du
hij/zij/het heeft
er/sie/es
wij hebben
wir
jullie hebben
ihr
zij hebben
sie
u heeft
Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben

Slide 6 - Drag question

Ik snap het werkwoord "haben"
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 7 - Poll

Ik snap het werkwoord "sein"
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 8 - Poll

Wat is het ezelsbruggetje voor de zwakke werkwoorden?

Slide 9 - Open question

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: wohnen (wonen)
ich          wohn

du           wohn

er/sie/es wohn

wir          wohn

ihr           wohn

sie/Sie    wohn
e
st
t
en
en
t

Slide 10 - Drag question

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: lernen (leren)
ich          wohn

du           wohn

er/sie/es wohn

wir          wohn

ihr           wohn

sie/Sie    wohn
e
st
t
en
en
t

Slide 11 - Drag question

Ik snap de zwakke werkwoorden
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 12 - Poll

wat
hoe
waar
wie
wanneer
Welk vraagwoord hoort bij welke vertaling?
wie
wer
was
wo
wann

Slide 13 - Drag question

.... heiรŸt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Slide 14 - Drag question

Ik ken de vertalingen van de vraagwoorden
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 15 - Poll

Welke woorden schrijf je รกltijd met een hoofdletter in het Duits?

Slide 16 - Open question

Wat wil je nog herhalen vรณรณr de toets?

Slide 17 - Open question

Luistervaardigheid
Beantwoordt eerst de vragen op het blad, daarna gaan we het lied luisteren!


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video