Voorraadbeheer en logistiek

• Voortgezet speciaal onderwijs

Voorraadbeheer en logistiek

Wat is een distributiecentrum?

1. Is de schakel tussen de producent en de winkel en heeft een voorraadbehoudende functie.
2. Dat zijn producten die direct beschikbaar zijn voor de verkoop.
3. Is een grote hal waar goederen ontvangen, verdeeld en vervoerd worden.
4. Is een ruimte waar goederen tijdelijk opgeslagen worden.

Wat is een groothandel?

1. Dat zijn producten die direct beschikbaar zijn voor de verkoop.
2. Is de schakel tussen de producent en de winkel en heeft een voorraadbehoudende functie.
3. Is een ruimte waar goederen tijdelijk opgeslagen worden.
4. Is een grote hal waar goederen ontvangen, verdeeld en vervoerd worden.

Alle goederen moeten worden opgeslagen in het magazijn, zodat je ze goed kunt terugvinden. Producten moeten worden geteld en indien nodig besteld.
Hoe noem je al deze werkzaamheden?

Waar is een voorraadsysteem handig voor?

Wat zijn de drie R's?

1. Rust, reinheid en regelmaat
2. Rust, ruimte en regelmaat
3. Regelmaat, rente en risico
4. Ruimte, rente en risico

Wat is logistiek?

1. Zorgt ervoor dat de producten op de juiste plek terechtkomen.
2. Is een grote hal waar goederen ontvangen, verdeeld en vervoerd worden.
3. Is een ruimte waar goederen tijdelijk opgeslagen worden.
4. Is de schakel tussen de producent en de winkel en heeft een voorraadbehoudende functie.

Wat zijn manco's?

Veel groothandels hebben hun voorraad en bestellingen geautomatiseerd.
Met een scanner scan je de?

Met een barcode kun je een product herkennen. Het is een streepjescode.
Wat is de officiële naam?

Wat is waar?

1. Een locatie heeft een code. Zo kun je producten later gemakkelijk terugvinden.
2. Een locatie zorgt ervoor dat de producten op de juiste plek terechtkomen.
3. Een locatie is een plek in het magazijn voor de opslag van producten.
4. Locaties kunnen rekken of planken zijn, of vakken op de vloer.

Wat bepaalt het moment waarop je nieuwe voorraad moet bestellen?

1. Maximumvoorraad
2. Minimumvoorraad

Wat geeft aan hoeveel producten je maximaal op voorraad mag hebben om overvolle magazijnen te voorkomen?

1. Maximumvoorraad
2. Minimumvoorraad

Wat is besteleenheid?

Een bloemist koopt rozen in bundels van 10 stuks. Hij heeft 45 rozen nodig. Hoeveel bundels moet hij kopen?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Het tellen van de beschikbare voorraad noem je inventariseren.

1. Waar
2. Niet waar

Derving is ...

1. het verlies van voorraad door diefstal, kapot vallen, bederf of verkeerde levering.
2. het verminderen van de voorraad door producten met korting te verkopen of terug te sturen naar de leverancier.

Waar staat FIFO voor?

1. First in, fast out
2. Fast in, first out
3. First in, first out
4. Fast in, fast out