9.1 theorie A Lineaire groei

  1. Ga naar lessonup.app
  2. Kies voor registreren
  3. vul klascode in: dfatp
  4. registreer met je voornaam en achternaam
  5. doe mee!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  1. Ga naar lessonup.app
  2. Kies voor registreren
  3. vul klascode in: dfatp
  4. registreer met je voornaam en achternaam
  5. doe mee!

Slide 1 - Slide

Herhaling procenten

Slide 2 - Slide

Met welk getal moet je oud vermenigvuldigen om nieuw te krijgen bij een procentuele toename van 6%?
A
0,94
B
1,06
C
6
D
0,06

Slide 3 - Quiz

Uitwerking
100+6=106, dus 1,06

Slide 4 - Slide

Met welk getal moet je oud vermenigvuldigen om nieuw te krijgen bij een procentuele afname van 11%
A
0,89
B
1,11
C
0,11
D
Geen van alle

Slide 5 - Quiz

Uitwerking
100-11=89, dus 0,89

Slide 6 - Slide

De waarde van een huis is 280.000 euro wordt verlaagd met 6,2% Na een maand wordt de prijs weer verhoogd met 6,2%
Wat is de waarde van het huis na de verhoging?
A
278.923,68 euro
B
280.000 euro
C
297.360 euro
D
Geen van alle

Slide 7 - Quiz

Uitwerking
100-6,2=93,8, dus 0,938
100+6,2=106,2 dus 1,062
280.000*0,938*1,062=278.923,68

Slide 8 - Slide

In 2012 daalde de verkoop van personenauto's in NL ten opzichte van 2011 met 10,4% tot 502 duizend stuks.
Hoeveel personenauto's werden er in 2011 in NL verkocht?
vb: 304000 (afronden op duizendtallen)
100-10,4= 89,6%
502/ 0,896 = 560,267.... of 502/89,6 *100= 560,267...
Dus ongeveer 560 duizend stuks

timer
2:00

Slide 9 - Open question

Een koffiezetapparaat wordt
met 25% korting verkocht voor 81 euro. Wat was de oorspronkelijke prijs? (vb: 100 euro)

timer
1:00
100-25=75
81/0,75=108
voor 108 euro

Slide 10 - Open question

Wat weet je over:
Lineaire groei

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Lineaire groei
  • Algemene formule: N=at+b
  • a=richtingscoeficiënt 
  • b=snijpunt met y-as
  • Grafiek is een rechte lijn
  • Een hoeveelheid  neemt per tijdseenheid met hetzelfde getal toe of af.  
 

Slide 13 - Slide

Oefenopgave  
LINEAIRE GROEI
Een hoeveelheid N groeit lineair. Op t=5 is N=688 en op t=12 is N=800. 
Stel de formule op van N. 
N=at+b 
Stap 1 RC berekenen


Stap 2 Beginwaarde berekenen


Stap 3 Formule van N opstellen

Slide 14 - Slide

Oefenopgave  
LINEAIRE GROEI
Een hoeveelheid N groeit lineair. Op t=5 is N=688 en op t=12 is N=800. 
Stel de formule op van N. 
N=at+b 
Stap 1


Stap 2
invullen t=5 en N=688 om b te berekenen geeft
688=16*5+b
b=608

Stap 3
N=16t+608



a=rc=125800688=7112=16

Slide 15 - Slide

Een hoeveelheid H groeit lineair. Op t=5 is H=250 en op t=12 is H= 390. Stel de formule op van H.

Slide 16 - Open question

Uitwerking
  • H=at+b
  • a=
  • t=5 en H=250 invullen om b te berekenen geeft
       250=20*5+b
       b=250-100=150
  • H=20t+150
125390250=7140=20

Slide 17 - Slide

samen 2a (blz 13)
hw 2 tm 5

Slide 18 - Slide