Eindopdracht en planning VPO21D

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Kennismaken
Beginsituatieverkenning
Introductieopdracht
Informatie over opbouw psychiatrie
10.30 --- Pauze 15 min
Kennismaken beroepsthema
Afronding


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik ken Sarah de Pierre ....
Wie?
Van gezicht
Een beetje
Al les van haar gehad
Studentcoach (geweest)

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Leeftijd..... ?
2050

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Hobby's

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Werkervaring

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Nu jullie!
1. Vertel je naam
2. Waar je stage loopt 
3. Bijzonder weetje
4. En wat je verder nog kwijt wilt :)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ik heb ervaring met psychiatrische ziektes.
0 = nooit - 10 = erg vaak
0100

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Waar kom je mensen met een psychiatrische aandoening tegen?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat houdt het verplegen van een zorgvrager met een psychiatrische aandoening volgens jou in?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Introductieopdracht
Maak de introductieopdracht 
(staat op It's Learning planner Introductie op beroepsthema)

Bespreken we klassikaal na

timer
15:00

Slide 11 - Slide

Verschil tussen GGZ en zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
GGZ: Gericht op mensen met psychische en psychiatrische klachten, zoals angststoornissen, depressies, psychoses of trauma. Deze zorg richt zich op het herstellen of verbeteren van de psychische gezondheid.
Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Gericht op ondersteuning van mensen met een beperking in het cognitieve of adaptieve functioneren. Deze zorg omvat vaak begeleiding, praktische ondersteuning en soms medische zorg.
Hoewel beide domeinen kunnen overlappen, bijvoorbeeld bij mensen met een verstandelijke beperking én psychische klachten (dubbele diagnose), hebben ze eigen benaderingen en doelstellingen.

Wanneer spreek je van een psychiatrische stoornis?
Een psychiatrische stoornis wordt vastgesteld wanneer iemand voldoet aan diagnostische criteria in classificatiesystemen zoals de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). Kenmerkend is dat deze stoornis:

significante beperkingen in het dagelijks functioneren veroorzaakt,
psychisch lijden teweegbrengt,
niet volledig te verklaren is door omgevingsfactoren of fysieke aandoeningen.
Voorbeelden zijn schizofrenie, bipolaire stoornis, en zware depressie.

Oorzaken van een psychiatrische stoornis
Psychiatrische stoornissen hebben vaak een multifactoriële oorzaak, zoals:

Biologische factoren: Genetische aanleg, hormonale onbalans, hersenafwijkingen.
Psychologische factoren: Traumatische ervaringen, persoonlijkheidskenmerken, copingmechanismen.
Omgevingsfactoren: Stressvolle levensgebeurtenissen, sociale isolatie, economische problemen.
De interactie tussen deze factoren bepaalt vaak of iemand een stoornis ontwikkelt.

Hulp voor zorgvragers met een psychiatrische stoornis
Beschikbare hulp:
Eerstelijns GGZ (Generalistische basis-GGZ):

Kortdurende behandelingen zoals gesprekken met psychologen, therapeuten of coaches.
Behandelt lichtere klachten zoals burn-out, stress of rouwverwerking.
Behandelmethode: Cognitieve gedragstherapie (CGT), EMDR bij licht trauma, online therapie.
Tweedelijns GGZ (Gespecialiseerde GGZ):

Behandelt ernstige en complexe klachten zoals psychoses, persoonlijkheidsstoornissen, of verslaving.
Specialistische hulpverleners zoals psychiaters en psychotherapeuten.
Behandelmethode: Intensieve therapieën, medicatie, opname in een kliniek.
Hoe krijg je hulp?
Huisarts: Eerste aanspreekpunt, kan doorverwijzen naar de basis-GGZ of gespecialiseerde GGZ.
Zelf aanmelden: Bij sommige instellingen kun je direct aanmelden, afhankelijk van de ernst.
Spoedhulp: Voor acute situaties is crisiszorg beschikbaar via de crisisdienst.
Voorbeelden van zware psychische klachten (Tweedelijns GGZ)
Schizofrenie of andere psychotische stoornissen.
Ernstige depressies met suïcidale gedachten.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) na ernstig trauma.
Doelgroepen binnen de GGZ
Er zijn verschillende focusgebieden in de GGZ, bijvoorbeeld:

Kinder- en jeugdpsychiatrie: Psychische zorg voor kinderen en jongeren.
Volwassenenpsychiatrie: Gericht op mensen vanaf 18 jaar met uiteenlopende klachten.
Ouderenpsychiatrie: Voor psychische problemen bij ouderen, vaak gerelateerd aan cognitieve achteruitgang.
Acute/crisiszorg: Voor acute psychische nood, zoals suïcidaal gedrag of ernstige angstaanvallen.
Ambulante zorg: Zorg thuis of in de wijk voor mensen die niet opgenomen hoeven te worden.
Psychiatrische stoornis
De cliënt lijdt aan een psychiatrische stoornis wanneer de psychische functies (menselijk geest)  afwijkend functioneren.
  • Waarnemen: iets zien wat er helemaal niet is;
  • Onthouden: hij/zij onthoudt niet meer wat hij net zag;
  • Oriëntatie: in ruimte en tijd: Niet meer weten waar hij is;
  • Motivatie: niet willen uitvoeren van activiteiten; 
  • Gevoelens: grote angst zonder aanleiding
  • Problemen oplossen: geloven in fantasieverhalen; 
  • Bewust zijn van iets: hij weet niet meer wie hij is. 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DSM-5
Waar staat het voor?
Diagnostic Statistical manual of Mental disorders (DSM).
De DSM is een handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen worden beschreven. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Organisatie GGZ
Richt zich op verschillende zaken: 
  • Voorkomen van psychische aandoeningen en verslaving
  • Behandelen van psychische aandoeningen (angststoornis)
  • Laten deelnemen aan de samenleving
  • Hulp bieden aan ernstig verwarde/verslaafde mensen. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Korte pauze!
15 minuten pauze.
Zorg dat je op tijd weer terug bent!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zorgvarianten
  • Ambulante zorg:
  • Zorg die gegeven wordt in de woon-leefsituatie van de cliënt; 
  • Beschermd wonen:
  • De client krijgt ondersteuning van een prof. organisatie en/of mantelzorgers
  • Deeltijd en dagbehandeling :
  • Client heeft meer nodig dan ambulante zorg; 
  • Klinische opname :
  • Als ambulante zorg of deeltijdbehandeling onvoldoende is. Opname kan plaatsvinden in het geval van een acute crisis; 
  • Bemoeizorg :
  • Voor mensen in nood die hulp nodig hebben, maar dat zelf niet willen, kunnen of durven te vragen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bekostiging
In het zorgprestatiemodel wordt de zorg opgedeeld in vier verschillende prestaties, namelijk:

Basis GGZ: Dit omvat kortdurende en lichte zorg voor mensen met milde psychische problemen.
Specialistische GGZ: Dit omvat intensievere en gespecialiseerde zorg voor mensen met complexe psychische problemen.
Chronische GGZ: Dit omvat langdurige zorg voor mensen met chronische psychische aandoeningen.
Onvolledig behandeltraject: Dit is van toepassing wanneer een behandeling voortijdig wordt afgebroken.





Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Kennismaken beroepsthema
Wat houden de twee eindopdrachten in?
Welke thema's in dit beroepsthema?
Welke E-learnings?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Data
Branche-uitwerking en VP-plan opstellen
Punt 5. -> Deadline 16 januari
VP-plan 
Nawoord

16 januari 23.59

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Data
Begeleidingsgesprek in de praktijk, tenzij .....
Inleverdatum 
31 januari 23.59

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oriënteren beroepsthema
Bekijk het beroepsthema en geef antwoord op de volgende vragen
  

1. Welke zorgvrager(s) kom je tegen in dit beroepsthema? 
Lees introductie op de casussen!
2. Welke onderwerp(en) spreekt jou het meeste aan?

10 minuten de tijd
Klassikale bespreking


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afronding
  1. Hoe is het gegaan vandaag?
  2. Heb je overzicht over het beroepsthema?
  3. Kun je gaan plannen?
  4. Wat heb je geleerd?  Wat wil je gaan leren in dit BT?
  5. Wat wil je nog kwijt over hoe we gewerkt hebben? Wat ging goed? Wat kan beter?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions