Economie Integraal Havo 4 Hoofdstuk 2
1 / 11
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aan het eind van de maand krijg je je salaris van je werkgever. Aan de balie bij de winkel reken je af met je pinpas.
Terwijl je in de winkel loopt kom je langs de fruitafdeling. Je ziet op een bordje staan: appels €1, peren €2.
Een deel van je salaris zet je op de bank om later iets van te kopen.
Oppotfunctie
Ruilfunctie
Rekenfunctie
Slide 3 - Drag question
Q = 200p − 20.000
Is dit een vraag- of aanbodlijn?
Is dit een vraag- of aanbodlijn?
A
Vraaglijn
B
Aanbodlijn
Slide 4 - Quiz
A
vlak 1
B
vlak 2
C
vlak 3
Slide 5 - Quiz
A
2
B
6
C
10
D
20
Slide 6 - Quiz
De vraagfunctie veranderd van
Qv = -20p + 100
in
Qv = -20p + 200
Wat is er gebeurd?
Qv = -20p + 100
in
Qv = -20p + 200
Wat is er gebeurd?
A
De grondstofprijzen
zijn gestegen
B
Het inkomen van vragers is gedaald
C
De prijs van een complementair goed is gestegen
D
De prijs van een substitutiegoed is gedaald
Slide 7 - Quiz
De prijselasticiteit van een goed is −2
Wanneer de prijs van dit goed stijgt,
.......
Wanneer de prijs van dit goed stijgt,
.......
A
daalt de omzet
B
stijgt de omzet
C
blijft de omzet gelijk
Slide 8 - Quiz
Medicijnen zijn een voorbeeld van een product met een .....
A
elastische vraag
B
inelastische vraag
C
volkomen elastische vraag
Slide 9 - Quiz
A
inferieur goed
B
noodzakelijk goed
C
luxegoed
Slide 10 - Quiz
A
inferieur goed
B
noodzakelijk goed
C
luxegoed
