This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Noem drie dingen die moeilijk kunnen zijn wanneer je naar een ander land verhuist.
Slide 1 - Open question
Wat zie je op deze afbeelding?
A
Pluriforme samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Cultuurgroepen
Slide 2 - Quiz
Wat betekent pluriforme samenleving?
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving van meerdere culturen en leefstijlen
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met veel segregatie
Slide 3 - Quiz
Welke politieke stroming is voorstander van een pluriforme samenleving waarin nieuwkomers zelf verantwoordelijk zijn voor het leren van de taal en het zoeken naar werk?
A
Liberalisme
B
Sociaaldemocratie
Slide 4 - Quiz
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 5 - Quiz
A
assimilatie
B
integratie
C
segregatie
Slide 6 - Quiz
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 7 - Quiz
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 8 - Quiz
Integratie:
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 9 - Quiz
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
Slide 10 - Quiz
A
dominante cultuur
B
subcultuur
C
tegencultuur
Slide 11 - Quiz
Ajax-supporter
A
Tegencultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
Slide 12 - Quiz
Alle Nederlanders zijn gierig
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Polarisatie
D
Xenofobie
Slide 13 - Quiz
Voor- en tegenstanders van zwarte piet worden het maar niet eens
A
polarisatie
B
sociale cohesie
C
xenofobie
D
integratie
Slide 14 - Quiz
Polarisatie betekent
A
Dat er een generatieconflict heerst
B
Dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar staan
C
Dat mensen dezelfde belangen hebben
D
Saamhorigheid
Slide 15 - Quiz
Ouderen worden vaak door kinderen opgevangen in plaats van in een verzorgingstehuis ondergebracht
A
Collectivistische cultuur
B
Individualistische cultuur
Slide 16 - Quiz
Binnen dit begrip ligt de nadruk op persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid.
A
Individualistische cultuur
B
Collectivistische cultuur
C
Stereotypering
D
Vooroordelen
Slide 17 - Quiz
"Blonde mensen zijn dom"
A
vooroordeel
B
stereotype
Slide 18 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een etnische subcultuur?
A
Sporters
B
Friezen
C
Skaters
D
Surinamers
Slide 19 - Quiz
Je solliciteert voor een baan maar je wordt niet uitgenodigd voor een gesprek, omdat je achternaam niet Nederlands klinkt.
A
Discriminatie
B
Rascisme
C
Seksisme
D
Vooroordeel
Slide 20 - Quiz
verhuizen naar een ander land
A
immigreren
B
exporteren
C
emigreren
D
importeren
Slide 21 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat assimilatie is
Slide 22 - Open question
Waarom is een halal worstenbroodje een voorbeeld van integratie?