Biologie GPO oefenvragen

1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Uit welke twee reacties bestaat het proces van fotosynthese?
A
calvincyclus en donkerreactie
B
lichtafhankelijke en lichtreactie
C
lichtonafhankelijke en calvincyclus
D
lichtreactie en calvincyclus

Slide 4 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 5 - Quiz

Wat is een belangrijke bijdrage van water aan de lichtreacties? Ze leveren:
A
zuurstof
B
fotonen
C
protonen
D
elektronen

Slide 6 - Quiz

Fotosynthese kan plaatsvinden in
A
Bacteriën
B
Dieren
C
Planten
D
Schimmels

Slide 7 - Quiz

Hoe vaak moet de calvincyclus moeten doorlopen voor 1 glucosemolecuul?
A
6 keer
B
5 keer
C
1 keer
D
2 keer

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Fotosynthese is een voorbeeld van ...
A
koolstofassimilatie
B
stikstofassimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
dissimilatie

Slide 10 - Quiz

Waarvoor gebruiken planten het ATP, dat bij de lichtreactie is gevormd? Het ATP wordt gebruikt bij processen waarbij:
A
water wordt gesplitst
B
koolstofdioxide wordt gereduceerd
C
NADPH en H+ wordt gevormd
D
zuurstofgas wordt geproduceerd

Slide 11 - Quiz

Plant 1 is meer geschikt dan plant 2 om te leven in:
A
in licht bij een lichtintensiteit boven de 40
B
schaduw
C
bij een lange belichtingsduur
D
in de zon

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Bepaalde eiwitten hebben zowel een functie in de fotosynthese als in
andere stofwisselingsprocessen.
- Welk enzym speelt zowel in de oxidatieve fosforylering als in de
lichtreactie een belangrijke rol?
- Welk proces wordt door dit enzym gekatalyseerd?
- Waardoor wordt de energie voor dit proces geleverd?

Slide 14 - Open question

Bij planten wordt tijdens de donkerreactie van de fotosynthese CO2 gebonden. Dit gebeurt bij de meeste planten via de zogenoemde C3-route, waarbij als product een c3-verbinding ontstaat (glyceraldehydefosfaat). Er zijn enkele soorten planten die CO2 -binden aan fosfoenolpyruvaat, waardoor C4-verbindingen ontstaan: de C4-route. Het verloop ban de lichtreacties is bij C3-planten hetzelfde.

Gebruiken C3-planten in de donkerreactie ATP en/of NADPH?
A
alleen ATP
B
alleen NADPH
C
zowel ATP als NADPH
D
geen van beide

Slide 15 - Quiz

Licht toe dat er zonder donkerreactie geen lichtreactie kan plaatsvinden.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide