16-2NN hf 4 tv werkwoordspelling +zinsontleden meewerkend voorwerp

Welkom!
1
WELKOM!
3
Werkboek
  Laptop
Leg op tafel:
Log in:
2
camera aan
geluid uit
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
3
Werkboek
  Laptop
Leg op tafel:
Log in:
2
camera aan
geluid uit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
  Deze week

  • Basis: Spelling
  • Kader: meewerkend voorwerp zinsontleding




  Volgende week

  • Verkleinwoorden

Slide 2 - Slide

Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.
Je kan de werkwoordspelling van tt, vt, voltooide tijd schrijven 

Kader:
Je kan de zin ontleden, pv, ow, wwgezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in de zin vinden.
Lesdoel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Check huiswerk
geen

Slide 4 - Slide

Samen leertekst lezen
Herhalen van lesdoel
Sander: uitleg spelling TT

Giovanny: VT

Devlin: voltooide tijd

Slide 5 - Slide

Samen leertekst lezen
Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
'lopen'
Verleden tijd
ik-vorm + de(n)
ik-vorm + te(n)
Voltooide tijd
hebben / zijn 
ge, be, ver, ont, her

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Basis: § tv:tt,vt,voltooide tijd. 
Kader: meewerkend voorwerp
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?


Zelfstandig
timer
10:00
Stel vragen in teams
Samen afsluiten om 
De camera en geluid mogen uit.
 weer bereikbaar

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

zinsontleding stappen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe vind je de zinsdelen?
Persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, gezegde etc. 
Wie of wat + PV?
Alle werkwoorden in een zin.
Wat of wie + gez + ond?
Tijdsproef of vraagproef
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

De docent / heeft / 2C / een online les / gegeven. 
De docent heeft 2C een online les gegeven. 
De docent heeft 2C een online les gegeven
De docent heeft 2C een online les gegeven. 
De docent heeft 2C een online les gegeven. 
De docent heeft 2C een online les gegeven. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Stappenplan
De man geeft zijn hond eten. 
De man geeft zijn hond eten. 
De man geeft zijn hond eten. 
De man geeft zijn hond eten. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Stappenplan
Jij mag de laptop hebben. 
Jij mag de laptop hebben.
Jij mag de laptop hebben.
Jij mag de laptop hebben.
werkw. gezegde
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Stappenplan
De film volgt op de serie. 
De film volgt op de serie
De film volgt op de serie. 
De film volgt op de serie
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Wat vind je van werken online?
Afsluiten
Wil je ergens uitleg over?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions