6.2 de groei van Istanbul en andere steden

§6.2 De groei van Istanbul en andere steden
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§6.2 De groei van Istanbul en andere steden

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Open question

Centrum: Het belangrijkste en rijkste gebied van een land

Randstad, Eindhoven, Utrecht
Periferie: Gebied met een laag inkomen, waar de vernieuwing en de modernisering minder zijn doorgedrongen
Landelijke gebieden: De Achterhoek, Zuid-Limburg, Zeeland



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Map

Slide 5 - Map

Slide 6 - Slide

Europa
Azië
Bosphorus

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Handel in bazaar/souks

Slide 11 - Slide

Handel zorgt voor cultuurvermenging
Hagia sofia/ Aya Sofya

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Nieuwe wet huisvesting
Als jij je huis in 1 nacht zou bouwen.. dan mocht je er blijven wonen: Gecekondus

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Maak de volgende zin kloppend:
"Door de ... wonen in Turkije de meeste mensen in steden. De ... is 70%"
(Gebruik de woorden: urbanisatie en urbanisatiegraad)

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat is een Souk?
A
Een Moskee
B
Een Overdekte markt
C
Een bruggen over de Bosporus
D
Een plein

Slide 25 - Quiz

Juist of onjuist
In de historische binnenstad zie je veel inrichtingselementen uit de Islamistische cultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Waardoor is er sinds 1950 een stijging van het aantal inwoners in Istanbul?
A
Emigratie
B
Immigratie
C
Binnenlandse migratie
D
Buitenlandse migratie

Slide 27 - Quiz

Hoe hoog is de urbanisatiegraad in Turkije?
A
30%
B
50%
C
70%
D
90%

Slide 28 - Quiz

Juist of onjuist?
Voor veel inwoners van Turkije is werk een pullfactor om naar een stad te verhuizen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Aan de slag!
Lees nu eerst paragraaf 6.2

Slide 30 - Slide