This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.
Items in this lesson
Sociale dimensie
Slide 1 - Slide
Aangeboren of aangeleerd gedrag?
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag
Slide 2 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een kenmerk van persoonlijke identiteit dat is aangeboren?
A
Je bent altijd beleefd, je ouders vonden dat belangrijk om je aan te leren
B
Je hebt krullen, net als je ouders
C
Je kunt goed gitaar spelen, omdat de buurman je lesgaf
D
A, B, C zijn allemaal juist
Slide 3 - Quiz
Wat is globalisering?
A
dat de welvaart stijgt
B
proces dat gebieden op aarde meer verbonden raken
C
dat mensen meer inkomsten krijgen.
D
alleen letten op de hoofdzaken
Slide 4 - Quiz
Wat is geen globalisering?
A
Een Nokia-telefoon in Mexico
B
Aardappel in Duitsland
C
Amstelbier in Amsterdam
D
KFC in Turkije
Slide 5 - Quiz
Het kenmerkende van een subcultuur is dat een subcultuur:
A
afwijkt van de dominante cultuur.
B
botst met de dominante cultuur.
C
altijd maar kort bestaat.
D
weinig tolerantie kent.
Slide 6 - Quiz
Veel van mijn collega's in de garage zijn mannen van ongeveer 40 jaar. Het zou goed zijn om ook eens jongere collega's te hebben, of vrouwen op de werkplaats. Waar gaat dit over?
A
Diversiteit
B
Immigratie
C
Socialisatie
D
Tolerantie
Slide 7 - Quiz
Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aanleren.
B
allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen.
D
alle aangeboren eigenschappen afleren.
Slide 8 - Quiz
Een tegencultuur is
A
altijd met geweld
B
altijd vreedzaam
C
gericht tegen andere landen
D
gericht tegen de dominante cultuur
Slide 9 - Quiz
Wat is integratie?
A
mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur terwijl ze hun eigen cultuurkenmerken mogen houden.
B
mensen vertrekken naar een ander land.
C
mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
D
alles is onjuist.
Slide 10 - Quiz
Welk begrip past bij de foto?
A
persoonlijke identiteit
B
integratie
C
stereotypering
D
diversiteit
Slide 11 - Quiz
Norm of waarde?: Vrijheid
A
Norm
B
Waarde
Slide 12 - Quiz
Bedenk een norm bij de waarde 'respect'
Slide 13 - Open question
Van wie leer je Normen en Waarden? :
A
Vrienden
B
Thuis
C
Door je geloof
D
Door de overheid
Slide 14 - Quiz
Sekse zit tussen je benen en gender zit tussen je oren. Wat wordt hier mee bedoeld?
A
sekse staat voor M/V
en gender wat je bent
B
sekse is een biologisch kenmerk en gender een gevoel
C
sekse staat voor hoe je je voelt en gender wat je bent