What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
TC A2 3.8 indirecte rede (Hij zegt dat - Hij vraagt of) CdG
Indirecte rede
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Indirecte rede
Slide 1 - Slide
Hij zegt dat... - Hij vraagt of...
Indirecte Rede
Slide 2 - Slide
Deze lessonup alleen oefeningen met 'vraag of / zeg dat / denk dat'
(A-Zin gebruikt meer werkwoorden)
Slide 3 - Slide
dat / of
Olga en Tim praten samen.
Kies het goede antwoord: DAT / OF
Slide 4 - Slide
Olga: "Kom jij uit Engeland?"
Olga vraagt .... Tim uit Engeland komt.
A
dat
B
of
Slide 5 - Quiz
Tim: "Nee, ik kom uit Amerika."
Tim zegt ... hij uit Amerika komt.
A
dat
B
of
Slide 6 - Quiz
Tim: "Woon je al lang in Nederland?"
Tim vraagt ... Olga al lang in Nederland woont."
A
dat
B
of
Slide 7 - Quiz
Olga: Ik woon nu vijf jaar in Nederland.
Olga zegt ... ze nu vijf jaar in Nederland woont
A
dat
B
of
Slide 8 - Quiz
Welke zin is goed?
Slide 9 - Slide
Welke zin is goed?
A
Tom zegt dat hij gaat dit weekend naar Utrecht.
B
Tom zegt dat hij dit weekend naar Utrecht gaat.
C
Tom zegt hij gaat dit weekend naar Utrecht.
D
Tom zegt hij dit weekend naar Utrecht gaat.
Slide 10 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Zij hebben gezegd dat ze geen tijd hebben.
B
Zij hebben gezegd dat ze hebben geen tijd.
C
Ze hebben gezegd ze geen tijd hebben.
D
Ze hebben gezegd geen tijd ze hebben.
Slide 11 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Mijn moeder denkt dat niet komt Alie.
B
Mijn moeder denkt niet Alie komt.
C
Mijn moeder denkt dat Alie niet komt.
D
Mijn moeder denkt niet of komt Alie.
Slide 12 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Ik vraag of rijden de treinen.
B
Ik vraag of de treinen rijden
C
Ik vraag de treinen rijden.
D
Ik vraag niet rijden de treinen.
Slide 13 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Mijn broer zegt de film mooi is.
B
Mijn broer zegt de film mooi.
C
Mijn broer zegt dat de film is mooi.
D
Mijn broer zegt dat de film mooi is.
Slide 14 - Quiz
Maak een goede zin.
Sleep de woorden naar de goede plek.
Slide 15 - Slide
Els zegt dat ...
zijn
lekker
pannenkoeken
Slide 16 - Drag question
Henk denkt dat ...
wordt
mooi weer
het
Slide 17 - Drag question
De cursisten vragen of ...
hoofdstuk 5
moeten leren
ze
Slide 18 - Drag question
Maak een goede zin
gebruik de woorden die tussen haakjes staan.
voorbeeld:
Ik denk dat .... (zijn - de vis - duur)
antwoord:
Ik denk dat
de vis duur is.
Let op: schrijf de
rode
woorden op
Slide 19 - Slide
Is er nog koffie? Ik weet niet of ...
(zijn - de koffie - op)
Slide 20 - Open question
De winkel is nu dicht. Ik denk dat ...
(gaan - de winkel - open)
Slide 21 - Open question
Mijn broek is vies. Ik weet niet of ...
(worden - de broek- schoon )
Slide 22 - Open question
Ik ga naar Maastricht. Ik denk dat ...
(zijn - deze stad - mooi )
Slide 23 - Open question
Ik heb een nieuw boek. Ik weet niet of ...
(zijn - dit boek - leuk)
Slide 24 - Open question
Mijn oom heeft een BMW. Ik denk dat ...
(rijden - deze auto - snel)
Slide 25 - Open question
Maak een goede zin.
Kies DAT/OF
gebruik de woorden tussen haakjes
maak de goede vorm van het werkwoord
Slide 26 - Slide
Alex denkt ...
(dat/of - niet - zijn - hij - op tijd)
Slide 27 - Open question
Shahid vraagt ...
(dat/of - hebben - Ron - een afspraak)
Slide 28 - Open question
Wouter zegt ...
(dat/of - kunnen koken - goed - Eva)
Slide 29 - Open question
Marjan vraagt ...
(dat/of - hebben - een tuin -haar broer)
Slide 30 - Open question
Nura zegt ...
(dat/of - gitaar - spelen - Ali - kunnen)
Slide 31 - Open question
Karin vraagt ...
(dat/of - fietsen - Linda - elke dag)
Slide 32 - Open question
(Klassikaal)
Kijk naar het plaatje.
Lees de vraag.
Geef antwoord met DAT of OF.
Slide 33 - Slide
Wat zegt Aron? (Aron zegt dat...)
Slide 34 - Slide
Wat vraagt de man?
Slide 35 - Slide
Wat zegt Tim?
Slide 36 - Slide
Wat denkt Aster?
Slide 37 - Slide
Wat zegt Lisa?
Slide 38 - Slide
Wat vraagt Carlos?
Slide 39 - Slide
Wat denkt Felix?
Slide 40 - Slide
Hoe goed kan je zinnen met DAT en OF maken?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 41 - Poll
More lessons like this
TC A2 3.8 indirecte rede (Hij zegt dat - Hij vraagt of) CdG
May 2022
- Lesson with
40 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
veel oefeningen met indirecte rede
June 2024
- Lesson with
41 slides
TC A2 3.8 indirecte rede (Hij zegt dat - Hij vraagt of)
2 days ago
- Lesson with
14 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
TC A2 3.8 indirecte rede (Hij zegt dat - Hij vraagt of)
December 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
week 25/26 Indirecte en directe rede + inversie + vergrotende trap
June 2024
- Lesson with
52 slides
Nederlands
NT2
Beroepsopleiding
TaalActief groep 7 1.2.9 Directe en indirecte rede
September 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Indirecte reden / directe reden
October 2022
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal directe en indirecte rede
July 2021
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8