Opfrissen hoofdstuk 6

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Opfrissen hoofdstuk 6

4 havo wiskunde A

Van de 1200 leerlingen hebben 350 leerlingen een bijbaantje. Bij een steekproef worden 65 leerlingen gevraagd. Van hen hebben 20 leerlingen een bijbaantje. Bereken de steekproefproportie in drie decimalen nauwkeurig.

Tweetoppige verdeling

Rechts-scheve verdeling

Links-scheve verdeling

uniforme verdeling

Symmetrische  verdeling

Op welke verdeling lijkt de verdeling
van de variabele:
"de lengte van de Nederlandse man"

1. Symmetrisch
2. Tweetoppig
3. Links-scheef
4. Rechts-scheef

Van een groep volwassen vrouwen is
de lengte normaal verdeeld met

Hoeveel procent heeft een lengte
tussen 165 en 180cm?

σ=5cm

μ=170cm

1. 34%
2. 68%
3. 81,5%
4. 47,5%

165 cm is 1 standaardafwijking naar links

180 cm is 2 standaardafwijkingen naar rechts.

Van een groep volwassen vrouwen is
de lengte normaal verdeeld met

Hoeveel procent heeft een lengte
minder dan 160 cm?

σ=5cm

μ=170cm

1. 2,5%
2. 13,5%
3. 16%
4. 50%

160 cm is 2 standaardafwijkingen naar LINKS.

Van een groep volwassen vrouwen is
de lengte normaal verdeeld met

Hoeveel procent heeft een lengte
tussen de 160 en 170 cm?

σ=5cm

μ=170cm

1. 50%
2. 13,5%
3. 16%
4. 47,5%

160 cm is 2 standaardafwijkingen naar LINKS.

Betrouwbaarheidsintervallen

Het 95%-betrouwbaarheidsinterval:

Het 68%-betrouwbaarheidsinterval: 

[​p​^​​−2σ,​p​^​​+2σ]

[​p​^​​−σ,​p​^​​+σ]

σ=√​​n​​​p​^​​(1−​p​^​​)​​​​​

Bij een onderzoek naar overgewicht bij katten in Nederland blijken van de 200 katten 70 katten te dik.
Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval van het aantal katten in Nederland dat te dik is.

Bij een onderzoek naar overgewicht bij katten in Nederland blijken van de 200 katten 70 katten te dik.

Bereken het 95%-betrouwbaarheidsinterval van het aantal katten in Nederland dat te dik is.

Bij een onderzoek vindt men een 95% betrouwbaarheidsinterval van [0,24; 0,36].
Wat is de standaardafwijking?

Bij een onderzoek vindt men een 95% betrouwbaarheidsinterval van [0,24; 0,36].
Bereken de steekproefomvang.