This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Een lampje dat geschikt is voor 6 V, ______ als je het aansluit op 9 V.
Slide 1 - Open question
Dat komt doordat de weerstand van het lampje te _____ is voor de spanning.
Slide 2 - Open question
Je kunt de (totale) weerstand _____ maken door een weerstand _____ te schakelen met het lampje.
Slide 3 - Open question
Zo kun je de ______ verkleinen tot een waarde waarbij het lampje niet doorbrandt.
Slide 4 - Open question
Noteer de formule die je gebruikt voor het berekenen van de weerstand.
Slide 5 - Open question
grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
stroomsterkte
W
Sleep de blauwe vakjes naar de juiste rode vakjes
vermogen
U
V
A
volt
watt
I
P
ampère
Slide 6 - Drag question
In welke afbeelding is de stroommeter goed geschakeld?
A
B
Slide 7 - Quiz
In welke afbeelding is de spanningsmeter goed geschakeld?
A
B
Slide 8 - Quiz
Bert sluit een weerstandje aan op een batterij van 9 V. Hij meet de stroomsterkte door het weerstandje: 0,02 A. Bereken de waarde van dit weerstandje
Slide 9 - Open question
De spanning van 12 V wordt in deze schakeling verdeeld over het weerstandje en de looplamp, die op 9 V brandt. Welke spanning staat er dan op het weerstand?
Slide 10 - Open question
De spanning van de looplamp is 9,0 V. Bereken de waarde van het gebruikte weerstandje.