Les 1: 4.1: Een land om trots op te zijn

4.1 Een land om trots op te zijn
Van oorlog naar oorlog
Tijd van wereldoorlogen: 1900-1950
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4.1 Een land om trots op te zijn
Van oorlog naar oorlog
Tijd van wereldoorlogen: 1900-1950

Slide 1 - Slide

Dit hoofdstuk heet 'vrijheid en gelijkheid'.
Omdat de meeste mensen in de meeste delen van de geschiedenis; niet vrij of gelijk waren.
Hoe er vrijheid en gelijkheid is gekomen, in ieder geval in delen van de wereld, is iets wat we in dit hoofdstuk behandelen.
Wat gaan we doen? 
1. Leerdoelen
2. Wat weet jij van de Eerste Wereldoorlog?
3. Uitleg
4. Quiz
5. Maken leerdoelen
6. Opdracht maken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions



D – Benoem de 6 belangrijkste landen 
uit de Eerste Wereldoorlog en geef 
van elk land één kenmerk. 
LEERDOELEN
A – In welk jaartal begon de Eerste Wereldoorlog?

B – Leg uit wat nationalisme en militarisme betekenen (dit zijn twee begrippen).

C – Leg uit waarom bovenstaande begrippen de Europese bevolking meer bereid maakten om oorlog te gaan voeren.



Slide 3 - Slide

Leg uit hoe de vragen beantwoord moeten worden.
'Een stadstaat is ....'
'De Grieken stichtten koloniën omdat...'
Tijdvak:
Tijd van wereldoorlogen (1900-1950)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van
de Eerste Wereldoorlog?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Eerste Wereldoorlog in het kort:

* 1914-1918
* Er wordt over (bijna) de hele wereld gevochten
* Twee partijen: de geallieerden en de centralen
* Door grote technologische vooruitgang waren allerlei nieuwe gruwelijke moordwapens uitgevonden
* Veel burgerslachtoffers
* In totaal geschat 40 miljoen doden.
* Nog nooit zo'n groot conflict geweest. 

Hoe heeft het zover kunnen komen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal lezen 
Blz 62
'Een land om trots op te zijn'
Alinea: militarisme

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De Eerste Wereldoorlog brak los in 1914.

Hoe dacht men in die tijd?
* Men had een andere kijk op oorlog. 
Tegenwoordig komen verschrikkelijke
beelden van oorlog de huiskamer binnen
door internet/televisie.
Destijds werd oorlog als iets normalers
gezien en als een manier om glorie te winnen.




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

 De Europese landen werkten weinig samen;  het waren rivalen.
Elk volk was trots op zijn eigen land: nationalisme.
Oorlogen werden gezien als een manier om te bepalen wie het sterkste was.

Slide 10 - Slide

Nationalisme als begrip terug laten komen in de leerdoelen (staat niet in boek!)
Nationalisme                                      Trots op eigen land

Militarisme                                     Een cultuur (manier van denken)                                                                            waarin het leger belangrijk is

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Landen tijdens WO 1:

1) Verenigd Koninkrijk (Engeland).
Een oud land dat machtig was op zee. Ze voelden zich bedreigd door het nieuwe land; Duitsland.
2) Duitsland. Nieuw land dat zich wilde bewijzen. Bouwde veel wapens op en wilde graag uitbreiden.
3) Frankrijk. Buren en rivalen van Duitsland. Zij wilden beide de rijke grensstreek tussen hun landen in hebben.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

4) Oostenrijk-Hongarije.
Een groot land dat bestond uit allemaal volken en mini-landjes. Deze volken wilden graag een eigen bestuur (onafhankelijkheid). Dit zorgde voor problemen.
5) Servië. Een klein landje naast OH dat zich bedreigd voelde. Ze nodigde Serviërs die ín OH woonden uit om zich bij hun aan te sluiten.
6) Rusland. Rusland kwam op voor de kleine volkjes binnen OH. Niet vanuit liefdadigheid: maar zodat ze een excuus had om zelf groter te worden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is nationalisme?
A
Trots op eigen volk/land
B
Een vorm van dictatuur
C
Anti-Joodse ideologie
D
Trots op eigen macht/wapens

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel slachtoffers kende WO1?
A
10 miljoen
B
20 miljoen
C
30 miljoen
D
40 miljoen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is militarisme?
A
Het belangrijk vinden van een wapenwedloop
B
Het veroveren van andere landen
C
Het belangrijk vinden van het leger
D
Het belangrijk vinden van eigen volk en land

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Europese landen werken samen in de EU. Wat heeft dat met de wereldoorlog te maken?
A
De EU werd destijds bestuurd door de nazi's
B
Doordat landen nu samenwerken is de kans op oorlog groter
C
De EU werd destijds bestuurd door de communisten
D
Doordat landen nu samenwerken is de kans op oorlog kleiner

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Maak leerdoel A t/m D
Er volgt deze les geen controle/verbetermoment.
Wil/kun je dit zelfstandig doen?
> Blijf zitten.
Wil je een check/extra uitleg? 
> Kom vooraan zitten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak een kort verslag van 2 van de 6 landen uit het lijstje.
Beantwoord de volgende vragen met hulp van het internet.
Gebruik in ieder geval deze bron: https://wikikids.nl/Eerste_Wereldoorlog
Schrijf alleen dingen op die je zelf begrijpt (!!), begrijp je een website niet; dan zoek je een andere!
Ook géén antwoorden kopiëren, maar in eigen woorden opschrijven.

1) Waarom vocht dit land mee in WO1?
2) Met welke andere landen had dit land een bondgenootschap?
3) Wat was de vlag van dit land?



Slide 22 - Slide

This item has no instructions