Maak een lijst van alle blauwgedrukte woorden uit je boek, bladzijdes 38 t/m 40. Bij de volgende filmpjes moet je aantekingen maken en de betekenis hiervan noteren in eigen woorden.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Lichtbronnen
Slide 5 - Slide
Natuurlijke lichtbronnen
Slide 6 - Slide
Kunstmatige lichtbronnen
Slide 7 - Slide
Licht beweegt in rechte lijnen
Slide 8 - Slide
Lichtbundel
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Schaduw
Een gebied waar niet of nauwelijks licht rechtstreeks opvalt.
Slide 12 - Slide
Schaduw
Slide 13 - Slide
Schaduw tekenen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Schaduw tekenen
Slide 16 - Slide
Gezichtsveld
Zie figuur 2.4. (volgende slide) Je trekt rechte lijnen vanuit het oog langs de randen van het sleutelgat.
Zo bepaal je wat je wel en niet door het sleutelgat ziet. Deze lijnen heten zichtlijnen.
Slide 17 - Slide
Gezichtsveld tekenen
Slide 18 - Slide
De schaduw met 2 lampen krijg je
A
een kern schaduw
B
een halfschaduw
C
een grotere schaduw
D
een kern en halfschaduw
Slide 19 - Quiz
welke is een natuurlijke lichtbron
A
Lamp
B
Spiegel
C
Stoplicht
D
Bliksem
Slide 20 - Quiz
De schaduw word groter als
A
als de lamp meer licht geeft
B
als je naar de lamp toe loopt.
C
als de lamp dichter bij jou komt te staan.
D
als je van de lamp weg loopt.
Slide 21 - Quiz
Licht vormt een groot deel van het elektromagnetisch spectrum?
A
ja
B
nee
C
licht is geen deel van het elektromagnetisch spectrum
D
dat kun je niet zeggen
Slide 22 - Quiz
bij diffuse reflectie worden lichtstralen
A
naar een richting gereflecteerd
B
naar verschillende richtingen gereflecteerd
C
gereflecteerd zoals bij een spiegelende terugkaatsing