Overal Nask Hst 2.1 Licht en zicht

2.1 Licht en zicht
Je kunt na deze les
  • aangeven of een lichtbron natuurlijk of kunstmatig is;
  • uitleggen wat indirect licht is;
  • lichtstralehttps://www.youtube.com/watch?v=Hhosu_m814Un tekenen;
  • met hulp van randstralen een schaduw tekenen;
  • met zichtlijnen je gezichtsveld tekenen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Licht en zicht
Je kunt na deze les
  • aangeven of een lichtbron natuurlijk of kunstmatig is;
  • uitleggen wat indirect licht is;
  • lichtstralehttps://www.youtube.com/watch?v=Hhosu_m814Un tekenen;
  • met hulp van randstralen een schaduw tekenen;
  • met zichtlijnen je gezichtsveld tekenen.

Slide 1 - Slide

voorbereiding!!!!
Maak een lijst van alle blauwgedrukte woorden uit je boek, bladzijdes 38 t/m 40. Bij de volgende filmpjes moet je aantekingen maken en de betekenis hiervan noteren in eigen woorden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Lichtbronnen

Slide 5 - Slide

Natuurlijke lichtbronnen

Slide 6 - Slide

Kunstmatige lichtbronnen

Slide 7 - Slide

Licht beweegt in rechte lijnen

Slide 8 - Slide

Lichtbundel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Schaduw
Een gebied waar niet of nauwelijks licht rechtstreeks opvalt.

Slide 12 - Slide

Schaduw

Slide 13 - Slide

Schaduw tekenen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Schaduw tekenen

Slide 16 - Slide

Gezichtsveld
Zie figuur 2.4. (volgende slide) Je trekt rechte lijnen vanuit het oog langs de randen van het sleutelgat.

Zo bepaal je wat je wel en niet door het sleutelgat ziet. Deze lijnen heten zichtlijnen.

Slide 17 - Slide

Gezichtsveld tekenen

Slide 18 - Slide

De schaduw met 2 lampen krijg je
A
een kern schaduw
B
een halfschaduw
C
een grotere schaduw
D
een kern en halfschaduw

Slide 19 - Quiz

welke is een natuurlijke lichtbron
A
Lamp
B
Spiegel
C
Stoplicht
D
Bliksem

Slide 20 - Quiz

De schaduw word groter als
A
als de lamp meer licht geeft
B
als je naar de lamp toe loopt.
C
als de lamp dichter bij jou komt te staan.
D
als je van de lamp weg loopt.

Slide 21 - Quiz

Licht vormt een groot deel van het elektromagnetisch spectrum?
A
ja
B
nee
C
licht is geen deel van het elektromagnetisch spectrum
D
dat kun je niet zeggen

Slide 22 - Quiz

bij diffuse reflectie worden lichtstralen
A
naar een richting gereflecteerd
B
naar verschillende richtingen gereflecteerd
C
gereflecteerd zoals bij een spiegelende terugkaatsing
D
opgenomen door het voorwerp

Slide 23 - Quiz

De meest energierijke straling is
A
gammastraling
B
rontgenstraling
C
ultraviolet
D
infrarood

Slide 24 - Quiz

bij een afstandbediening gebruikt men
A
radiogolven
B
infraroodstraling
C
ultraviolet
D
zichtbaar licht

Slide 25 - Quiz

microgolven gebruik je bij een
A
tv
B
radio
C
rontgenfoto's
D
magnetron

Slide 26 - Quiz