mixed Tenses

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Mixed Tenses

summary of the tenses

 ( samenvatting werkwoorden)

TB blz 85

present simple VS present continuous

wanneer gebruik je de present simple en de present continuous 

hoe maak je deze tijd

Feiten

gewoontes

regelmatig gebeurt

wanneer iets nu gebeurt

she/he/it ww +s

am/is/are + ww + ing

at the moment

now

right now

past simple vs past continuous

wanneer gebruik je de past simple vs past continuous

hoe maak je deze tijd

iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen

iets in het verleden een tijdje aan de gang was

was/were+werkwoord+ing

-yesterday-last year-a week ago

ww + ed OF bij onr.ww tweede

vorm 

present perfect vs past perfect 

Hoe maak je de present perfect?

1. am/is /are+ ww+ ing
2. had+ volt. deelwoord
3. have/has + volt. deelwoord
4. will + helewerkwoord

Hoe maak je de Past perfect?

1. was/were + ww + ing
2. am/is/are+ going to+ hele werkwoord
3. have/has + volt.deelwoord
4. had + volt.deelwoord

Er zijn 4 beweringen over de present perfect welke is niet waar?

1. Je gebruik de pr. perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
2. Je gebruik je present perfect om te praten over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe.
3. Je gebruik je present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
4. Je gebruik je present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.

Er zijn 4 beweringen over de past perfect, welke is niet waar?

1. Je gebruik de past perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
2. De past perfect staat vaak samen met de simple past en het geeft dan aan wat het langst geleden is.
3. de past perfect bij indirecte red geeft aan wat iemand anders eerder al heeft gezegd.
4. Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders.

Er zijn 4 beweringen over de past perfect, welke is niet waar?

1. Je gebruik de past perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
2. De past perfect staat vaak samen met de simple past en het geeft dan aan wat het langst geleden is.
3. de past perfect bij indirecte red geeft aan wat iemand anders eerder al heeft gezegd.
4. Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders.