W20 EN 1G1 U6 les1

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Week 20, Lesson 1

Your goals

1. Aan het einde van deze les beheers ik de woordjes van 6.2

2. Aan het einde van deze les kan ik regelmatige ww gebruiken in de verleden tijd.

3. Aan het einde van deze les kan ik "to be" gebruiken in de verleden tijd.

4. Aan het einde van deze les heb ik mijn leesvaardigheid verbeterd.

First a short recap

of the 

PAST SIMPLE

Een snelle vraag vooraf:
Krijgen de regelmatige werkwoorden -ed of veranderen ze in het geheel?

1. -ed
2. ww verandert

Refresh your mind

In de volgende slide bekijk je een video waarin wordt uitgelegd hoe de regelmatige werkwoorden werken in het past simple.

Sla deze video niet over, dit kunnen wij namelijk zien.

Regelmatige werkwoorden

Voordat we naar eDition gaan, doen we even een opwarming.

Use the Past Simple
Jane ... a film.

1. watched
2. watches
3. watching
4. was watching

Use the Past Simple
He .. a box.

1. was lifting
2. lifted
3. were lifting
4. lifts

Use the Past Simple
They ... their father.

1. were helping
2. was helping
3. helped
4. were going to help

Use the Past Simple
John and Amy ... things.

1. swap
2. swapping
3. swapped
4. swooped

Use the Past Simple
Susan ... with Peter.

1. was dancing
2. danced
3. was going to dance
4. is dancing

Past Simple - TO BE

Dankzij de Past Simple kunnen we in het Engels aangeven wat er in het verleden is gebeurd.

Vaak gebruiken we de vorm 'to be' in de Past Simple om bijvoorbeeld aan te geven wat iemand in het verleden is geweest.

'To be' is de Engelse vertaling voor 'zijn'.

Form of TO BE in Past Simple

Er bestaan twee vormen in de past simple voor "to be"

Welke dat zijn leer je in de volgende video.

Ook leer je hoe je bevestigende zinnen, ontkennende zinnen en vragen maakt.

0

eDition time!

Go to eDition and do exercises 9-11 and 13

REturn to this lesson after eDition!

ReadTheory

Go to ReadTheory and do at least 5 texts

Return to this lesson after ReadTheory.

Look back

This lesson you repeated the past simple. Do you now know how to make past simple sentences? If not, let me know!

You also learned about "to be" in the past simple.

You also improved your reading skills.

Use the Past Simple (neem de hele zin over in je antwoord).

Today's class ... (to be) fun, I ... (learn) new things about the past simple.

Look forward

Next lesson:

new grammar: comparisons, vocab and writing

Before you move on to lesson 2:

Study Vocab 6.2 and Phrases 1-15