Havo 2 Neue Kontakte K7

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Kapitel 7: Wohnen

- woordenschat NL-DU

- woordenschat DU-NL

- grammatica

- zinnen

Woordenschat NL-DU

Deze woorden moet je in het Duits kunnen schrijven.

Halve punt aftrek bij:

- vergeten hoofdletter

- vergeten Umlaut

- spelfout

- geen/verkeerd lidwoord

Het balkon

De kasten

tuin

Het appartement

De keuken

De badkamers

Het bed

licht

thuis

bevallen

maken, doen

Woordenschat DU-NL

Van deze Duitse woorden moet je de Nederlandse betekenis kennen. 

her

ziemlich

der Ort

nerven

zum Beispiel

Grammatica

Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval.

Hier ist ein Stuhl für (haar).

vertaal: door hem

vertaal: voor wie

Wir haben nichts (tegen u).

Es geht (om jullie)!

Alle voorzetsels
4e naamval

Zinnen (Sprachmittel)

Vertaal de zinnen naar het Duits.

Ons huis is gezellig.

Hoe ziet het toilet eruit?

Ik heb me gehouden aan het leerwerk op magister.

Ja

Nee