Overal om je heen zie je lijnen. Soms zijn lijnen evenwijdig, zoals de lijnen in een lijntjes schrift. Lijnen kunnen elkaar ook snijden en dan maken de lijnen een hoek met elkaar.
Hoe bereken je hoeken eigenlijk. Dit leer je bij de hoeken van driehoeken en vierhoeken en bij de hoeken die ontstaan bij snijdende lijnen. Je gaat ook kijken naar verschillende vormen van symmetrie.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat ga je leren?
Overal om je heen zie je lijnen. Soms zijn lijnen evenwijdig, zoals de lijnen in een lijntjes schrift. Lijnen kunnen elkaar ook snijden en dan maken de lijnen een hoek met elkaar.
Hoe bereken je hoeken eigenlijk. Dit leer je bij de hoeken van driehoeken en vierhoeken en bij de hoeken die ontstaan bij snijdende lijnen. Je gaat ook kijken naar verschillende vormen van symmetrie.
Slide 1 - Slide
Doelen 1 t/m 6
1)Hoe teken je evenwijdige lijnen?
2)Hoe teken je loodrechte lijnen?
3)Wat zijn de diagonalen van een vierhoek
4)Hoe meet je afstanden?
5)Wat is het middelpunt en de straal van een cirkel
6)Wat is een scherpe, rechte, stompe en gestrekte hoek
Slide 2 - Slide
Doel 1
Slide 3 - Slide
Doel 1
Slide 4 - Slide
Wat zijn evenwijdige lijnen?
A
Lijnen die elkaar loodrecht snijden
B
Lijnen die elkaar nooit snijden
C
lijnen die elkaar kruisen
D
Lijnen die elkaar nooit kruisen
Slide 5 - Quiz
Evenwijdige lijnen hebben een snijpunt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Evenwijdige lijnen zijn
A
c en d
B
a en b
C
c en b
D
a en d
Slide 7 - Quiz
Heeft een driehoek evenwijdige lijnen?
A
Ja , 2 lijnen
B
Nee
C
Ja , 3 lijnen
D
Ja, 1 lijn
Slide 8 - Quiz
Doel 2
Slide 9 - Slide
Doel 2
Slide 10 - Slide
Wat is een loodrechte lijn?
A
Een lijn die een andere lijn niet snijdt
B
Een lijn die een andere lijn loodrecht snijdt
C
Een rechte lijn
D
Een lijn die een andere lijn snijdt
Slide 11 - Quiz
Loodrechte lijnen zijn
A
c en d
B
a en b
C
c en b
D
d en e
Slide 12 - Quiz
Doel 3
Slide 13 - Slide
Wat is een diagonaal?
A
Schuine lijnen in een vierkant of recht hoek
B
De lijnen die een figuur vormen
C
Een lijn die twee hoeken verbinden die nog niet verbonden zijn in een figuur
D
Een lijn door het midden van een figuur.
Slide 14 - Quiz
Zijn dit diagonalen?
A
JA
B
NEE
Slide 15 - Quiz
is dit een diagonaal?
A
JA
B
NEE
Slide 16 - Quiz
Doel 4
Slide 17 - Slide
De afstand van een punt naar een lijn wordt altijd
A
evenwijdig gemeten
B
loodrecht gemeten
Slide 18 - Quiz
Welke lijn is de afstand tussen punt A en lijn p?
A
groen
B
rood
C
blauw
D
geen idee
Slide 19 - Quiz
De afstand tussen punt A en lijn l is?
A
AB
B
AC
C
AD
D
AE
Slide 20 - Quiz
Doel 4
Slide 21 - Slide
De afstand van een lijn naar een lijn wordt altijd
A
evenwijdig gemeten
B
loodrecht gemeten
Slide 22 - Quiz
Welke afstand zit er tussen de twee evenwijdige lijnen, volgens deze geodriehoek?
A
2 cm
B
25 mm
C
bijna 4 cm
D
bijna 9,6 cm
Slide 23 - Quiz
Welke kleur lijn geeft de afstand van lijn k naar lijn m aan?
A
Zwart
B
Groen
C
Roze
Slide 24 - Quiz
Doel 5
Slide 25 - Slide
Hiernaast zie je een cirkel. Wat is de naam van de rode lijn in de cirkel?
A
diameter
B
straal
C
middellijn
D
middelpunt
Slide 26 - Quiz
"Alle punten op afstand 2 van punt K" Je tekent een
A
cirkel met straal 2 en middelpunt K
B
2 evenwijdige lijnen op afstand 2 van lijn K
C
de loodlijn op afstand 2 van lijn k
Slide 27 - Quiz
Doel 6
Slide 28 - Slide
Doel 6
Slide 29 - Slide
Sleep de hoek naar het goede kaartje!
scherpe hoek
stompe hoek
gestrekte hoek
hoek P
hoek Q
Hoek R
hoek S
hoek T
Slide 30 - Drag question
Scherpe hoek
rechte hoek
stompe hoek
gestrekte hoek
A
B
C
D
F
G
Slide 31 - Drag question
Hoek B is 135 graden. Hoek B is dus een ... hoek
A
Stompe
B
Scherpe
C
Rechte
D
Gestrekte
Slide 32 - Quiz
Hoek A is 65 graden. Hoek A is dus een ... hoek
A
Stompe
B
Scherpe
C
Rechte
D
Gestrekte
Slide 33 - Quiz
Ga aan de slag met je doelen.
Op eigen tempo aan het werk
Elke paragraaf start met een inleidende opdracht - deze staat ook in je boek op de eerste bladzijde van de paragraaf.
Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!
1)Hoe teken je evenwijdige lijnen?
2)Hoe teken je loodrechte lijnen?
3)Wat zijn de diagonalen van een vierhoek
4)Hoe meet je afstanden?
5)Wat is het middelpunt en de straal van een cirkel
6)Wat is een scherpe, rechte, stompe en gestrekte hoek