week 22

week 23
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

week 23

Slide 1 - Slide

This week: 
  • work on and check exercise "past tense stories' 
  • Explanation word order + some/any 
  • Handout words and sentences to study for test 
  • Continue reading practice 

Slide 2 - Slide

Tuesday 
  • Watch a clip about Maple Syrup + answer questions
  • Check in grammar 
  • Niels leestoets maken op gang 
  • Work on  'short stories' worksheet + check answers 
  • Explanation word order + makep.180 ex 7 together

Slide 3 - Slide

5

Slide 4 - Video

Grammar check in 
Pak je aantekeningschrift + pen 
Je gaat 3 zinnen in het Engels opschrijven.

1. Write one sentence about what you did during the weekend
2. Write one sentence about a hobby/ sport that you do 
3.  Write one sentence about your favorite holiday ever

You have 5 minutes to write these sentences in your booklet (schrift!) 

Slide 5 - Slide

Word order
Een Engelse zin is opgebouwd volgens een bepaald patroon. Dit patroon is niet veel anders dan een NL- zin. 

wie-doet wat- (met wie) waar- wanneer 
Jason is eating an apple in the park right now. 
My mother drinks tea with my grandmother in the café every Saturday. 

Slide 6 - Slide

Word order 
De laatste 2 onderdelen van een zin : waar/ wanneer heten in het Engels adverbs (bijwoorden) 

Adverbs of place : plaats - achteraan in zin 
Adverbs of time : tijd - achteraan = normaal/ nadruk = vooraan
adverbs of place and time : plaats+tijd = eerst plaats en dan tijd

Slide 7 - Slide

Thursday 
  • Check p.180 ex 7
  • Read p. 136 and make ex 1-2
  • Handout words and sentences to study for the test 
  • Explanation some/any 
  • Handout worksheets grammar this far  
  • Exit ticket ; fill out and hand in! 
  • Quizlet live for words and sentences if there's time left. 

Slide 8 - Slide

00:41
Maple syrup komt uit een boom!
A
True
B
False

Slide 9 - Quiz

01:48
Waarom hangen al die buizen aan de bomen?
A
Zodat de bomen beschermd zijn als het gaat stormen
B
Zodat de bomen op de juiste manier hun sap kwijtraken
C
Dit is de meest makkelijke manier om sap te vervoeren.

Slide 10 - Quiz

02:45
Wat voor kleur heeft de maple syrup als het uit de boom komt?
A
doorzichtig/geen kleur
B
donkbruin/ zwart
C
Lichtbruin/goud

Slide 11 - Quiz

03:46
Wat wordt nog aan de syrup toegevoegd?
A
water
B
suiker
C
houten korrels

Slide 12 - Quiz

04:34
Heb jij weleens maple syrup geproefd?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Work : 
Go to page 180 in your book, we are going to make ex. 7 

Finished : go online to unit 5 and make ' versterk jezelf' - bijwoorden van plaats en tijd 

Slide 14 - Slide

Some/any 
Als je some of any gebruikt ben je minder specifiek dan als je een hoeveelheid noemt. Daarom noemen we deze woorden onbepaalde voornaamwoorden (indefinit pronouns). 

Some en any betekenen hetzelfde: een aantal, enkele of wat. 

Maar wanneer gebruik je welk onbepaald voornaamwoord
some -voor bevestigende zinnen (+)
any is voor ontkennende (-) en vragende (?) zinnen

Maar er zijn ook uitzonderingen! 


Slide 15 - Slide

You are at the supermarket and ask:
Can I have ...........apples?
A
some
B
any

Slide 16 - Quiz

Some/any uitzonderingen
1) Je gebruikt some in een vragende zin waarbij je JA als antwoord verwacht:
- Can I please have some water? (asking to a waiter) --> je verwacht JA als antwoord...
- Shouldn't you be doing some excersises today, Peter? --> je verwacht JA als antwoord...

2) Je gebruikt some in een vragende zin waneer je iemand iets aanbiedt:
- Would you like to have some coffee? --> je biedt iemand koffie aan...

2) Je gebruikt any in een zin die niet ontkennend of niet vragend is als iets niet uitmaakt:
- Put on any song you like. I love all kinds of music! --> Maakt niet uit welk nummer je opzet...



Slide 17 - Slide

I'm going to buy..........books.
A
some
B
any

Slide 18 - Quiz


Do you mind if I put on......music?
A
some
B
any

Slide 19 - Quiz

Are there .....cookies left?
A
some
B
any

Slide 20 - Quiz

Exit ticket!
You will get a piece of paper 'exit ticket' with questions on it. You have to answer the questions, put your name on the paper and hand it in! 

You have 5 minutes to do this!

Slide 21 - Slide