Quiz H2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Quiz H2

Quiz

Eens gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Als in een gebied veel inwoners per km2 wonen, dan noemen we dat?

1. Bevolkingsspreiding.
2. Dichtbevolkt.
3. Dunbevolkt.
4. Een randstad.

De verdeling van mensen over een land of gebied is ...

1. De bevolkingsconcentratie
2. Het bevolkingsaantal
3. De bevolkingsdichtheid
4. De bevolkingsspreiding

In Nederland wonen...miljoen mensen

1. 14
2. 16
3. 15
4. 17

Welke uitspraak over Nederland is waar?

1. In het westen van Nederland is een grote bevolkingsconcentratie.
2. De bevolkingsspreiding van Nederland is gelijkmatig.
3. In Nederland wordt de meeste grond gebruikt voor gebouwen.
4. In de Randstad is de bevolkingsdichtheid net zo hoog als in het noorden van Nederland.

Als iemand Nederland verlaat, dan is diegene een?

1. Emigrant
2. Immigrant

Als er meer baby's geboren worden dan dat er mensen sterven, dan hebben we een?

1. Geboorte-overschot
2. Sterfteoverschot

Als er meer mensen vertrekken dan dat er zich vestigen in een gebied, dan hebben we een?

1. Vestigingsoverschot
2. Vertrekoverschot

Welke groep hoort bij gastarbeiders?

1. Surinamers
2. Turken
3. Somaliers
4. Duitsers

Uit welk gebied komen veel seizoensmigranten?

1. Noord-Europa
2. Afrika
3. Oost-Europa
4. West-Europa

Wat hoort niet bij cultuur?

1. Taal
2. Haarkleur
3. Feesten
4. Godsdienst

Waarom hoort Canada bij het westerse cultuurgebied?

1. Het ligt dichtbij Europa
2. Omdat ze daar ook geloven in de kerstman
3. Er zijn veel Europeanen gaan wonen
4. Ze wilden dat graag

Wanneer is er in een gebied sprake van krimp?

1. Als het aantal inwoners groeit
2. Als het aantal inwoners daalt

Wat is geen gevolg van krimp

1. Minder voorzieningen
2. Leefbaarheid gaat achteruit
3. Meer voorzieningen
4. Leegstaande winkels

In welk deel van Nederland groeit de bevolking nog wel?

1. Noorden
2. Randgebieden
3. Steden in het westen
4. Zuid-Limburg

En nu?

Heel hard aan de slag met de GEO online. 

Hoofdstuk 2.

Daarna? 

Uitleg over de praktische opdracht.