2.5 Systeem van Köppen

H2, par. 5
Klimaten indelen met het systeem van Köppen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

H2, par. 5
Klimaten indelen met het systeem van Köppen

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Voor de vakantie:
-klimaatgrafiek
-topo

Deze les:
-klimaatgrafieken indelen met het systeem van Köppen

Slide 2 - Slide

Klimaten worden ingedeeld met codes

Slide 3 - Slide

5 hoofdgroepen --> hoofdletter A t/m E
A= Tropische klimaten
B=Droge klimaten*
C= Zeeklimaten
D= Landklimaten
E=Koude klimaten

*B=uitzondering, wordt als enige NIET door temperatuur bepaald

Slide 4 - Slide

Welke hoofdgroep als de temperatuur het hele jaar boven 18 is?
A
Tropische klimaten (A)
B
Zeeklimaten (C)
C
Landklimaten (D)
D
Koude klimaten (E)

Slide 5 - Quiz

Welke hoofdgroep als de zomer niet erg heet is en de winter niet erg koud?
A
Tropische klimaten (A)
B
Droge klimaten (B)
C
Zeeklimaten (C)
D
Landklimaten (D)

Slide 6 - Quiz

5 hoofdgroepen
-Elk klimaat kan maar in 1 hoofdgroep vallen
-Daarom zijn er precieze regels nodig 
-Deze regels moet je kennen!

Slide 7 - Slide

5 hoofdgroepen
A - Tropisch - In de koudste maand is de temperatuur boven +18 graden
C - Zee - koudste maand boven -3, onder +18 graden. warmste maand  boven +10. 
D- Land - Koudste maand onder -3, warmste maand boven +10.
E - Koud - Warmste maand onder +10 graden

B - Droog - In het hele jaar valt er minder dan 400 mm neerslag

Slide 8 - Slide

in paragraaf 2.5 staat een handig schema
Door deze stappen te volgen kom je altijd bij de goede hoofdgroep. 

Slide 9 - Slide

Welke hoofdgroep?

Slide 10 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 11 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 12 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 13 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 14 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 15 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 16 - Open question

Welke hoofdgroep?

Slide 17 - Open question

Verdere indeling
-Na de hoofdletter krijgt elk klimaat een tweede letter
-Deze tweede letter zegt bij groep A, C, D iets over de neerslag
-Bij groep B en E wordt een ander systeem gebruikt

-Voordat je hier meer over leert maak je eerst uit het werkboek van 2.5 opdracht  1 t/m 5 en 6+7. Bij 7 is een atlas nodig. 

Slide 18 - Slide

in paragraaf 2.5 staat een handig schema
Door deze stappen te volgen kom je altijd bij de goede hoofdgroep. 

Slide 19 - Slide

De tweede letter bij groep A, C, D
-De tweede letter van de code is een kleine letter s, w of f
-Deze letter geeft het seizoen aan wanneer er geen/weinig neerslag valt.
S = sommertrocken (zomer = droog)
w= wintertrocken (winter = droog)
f = fehlt trocket (droge periode ontbreekt)

Slide 20 - Slide

Welk klimaat?
A
Dw
B
Df
C
Cs
D
Cf

Slide 21 - Quiz

Welk klimaat?

Slide 22 - Open question

Welk klimaat?

Slide 23 - Open question

Welk klimaat?

Slide 24 - Open question

Welk klimaat?

Slide 25 - Open question

Welk klimaat?

Slide 26 - Open question

De tweede letter bij groep B en E
  • In groep B en E valt niet zoveel neerslag. 
  • Daarom heeft Köppen een ander systeem
  • De tweede letter is een hoofdletter
  • BS (Steppe) of BW (Woestijn)
  • ET (Toendra) of EF (Vorst) of EH (Hooggebergte)

Slide 27 - Slide

De tweede letter bij groep B 
  • BS = Steppe (beetje neerslag/tussen 200 en 400 mm
  • BW= Woestijn (geen neerslag/minder dan 200 mm)

Slide 28 - Slide

De tweede letter bij groep E
ET = Toendra - warmste maand onder 10 graden
EF= Vorst - warmste maand onder 0 graden
EH= Hooggebergte - zelfde als ET, maar dan in berggebieden

Slide 29 - Slide

Werken met Köppen
  • Je moet kunnen inschatten welk klimaat waar voorkomt
  • Daarover maken we nu een oefening

Slide 30 - Slide

1
2
3
4
5
6

Slide 31 - Drag question