H6 Lezen: Tekst en afbeeldingen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon en oortjes zitten in de telefoontas.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Slide

Tekst
Jaar 1 H6 Lezen: 
Tekst en afbeeldingen
les 1

Slide 3 - Slide


Terugblik:

Wat waren de 5 doelen van een tekst?

Slide 4 - Slide


Deze les:
  • Instructie
  • Samen opdracht 1
  • Daarna zelfstandig aan de slag

Slide 5 - Slide

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil moet je tijdens het eten innemen
B
deze pil moet je doormidden snijden voordat je hem doorslikt

Slide 6 - Quiz

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil beïnvloedt het rijgedrag
B
deze pil helpt tegen wagenziekte

Slide 7 - Quiz

Deze afbeelding staat in
de uitleg bij medicijnen.

Weet jij wat hij betekent?
A
deze pil moet je innemen na het plassen
B
van deze pil moet je veel plassen

Slide 8 - Quiz


Lesdoel:


Ik kan informatie uit afbeeldingen halen die bij teksten staan

Slide 9 - Slide


Instructiefilmpje over teksten en afbeeldingen:

Slide 10 - Slide

Tekst en afbeeldingen

Vaak staan er afbeeldingen bij een tekst, zoals foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes en tabellen. 
Die afbeeldingen staan er met een bepaald doel:

1: De schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt. Hij zet bijvoorbeeld informatie uit de tekst overzichtelijk in een schema of tabel. Of hij laat op een landkaartje zien waar de plek ligt die in de tekst genoemd wordt.

2: De schrijver wil de tekst leuker maken. Hij kiest een afbeelding die bij de tekst past en die de aandacht van de lezer trekt.

Slide 11 - Slide

Bekijk en lees tekst (blz 143)


Zeven dingen die je nog niet wist over snot

Slide 12 - Slide

Bekijk tekst 1 (blz 143)

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
neuspeuteren
B
hoe je neus werkt
C
snuiten
D
snot

Slide 13 - Quiz


Wat voor soort tekst is dit?
A
artikel van internet
B
een gebruiksaanwijzing
C
een krantenbericht
D
een reclametekst

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van tekst 1?
A
De schrijver wil je amuseren.
B
De schrijver wil je iets laten doen.
C
De schrijver wil zijn mening geven.
D
De schrijver wil je informeren.

Slide 15 - Quiz

Bij welk weetje staat geschreven waar snot goed voor is?
A
weetje 1
B
weetje 2
C
weetje 3
D
weetje 4

Slide 16 - Quiz

Wat is een ‘loopneus’ (weetje 4)?

Slide 17 - Open question

Zelfstandig maken:
opdracht 1.6 t/m 1.10
en opdracht 2 (143-145)

Slide 18 - Slide


Je kunt beter je neus ophalen dan hem snuiten (weetje 5). Waarom is dit jammer voor de mensen om je heen?

Slide 19 - Open question

1.7. Wat is het doel van de foto bij deze tekst?
A
de foto geeft extra informatie
B
de foto is bedoeld om de tekst leuker te maken

Slide 20 - Quiz

1.8. Bij welk weetje staat geschreven waar snot goed voor is?
A
weetje 4
B
weetje 5
C
weetje 6
D
weetje 7

Slide 21 - Quiz


1.9. Als je nog een passende afbeelding bij de tekst moet zoeken, wat voor afbeelding zou dit dan zijn?

Slide 22 - Open question


1.10. Wat is het doel van jouw afbeelding?

Slide 23 - Open question

Zelfstandig maken:
opdracht 2 t/m 5
(143-147)
timer
10:00

Slide 24 - Slide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

PimPamPet
Dieren met een...

Slide 27 - Slide

PimPamPet
Werkwoorden met een ...

Slide 28 - Slide

PimPamPet
Zelfstandige naamwoorden met een ...

Slide 29 - Slide