Les 2 maart

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Herhaling stof H8

Wat hebben we behandeld in H8?

• Woordenlijst
• Zwakke werkwoord vervoeging (wohnen) + stam eindigt op s-klank (heißen) (hoofdstuk 2, herhaling) 
• müssen (modaal werkwoord)
• Gebiedende wijs
• Voorzetsels 

Regelmatige werkwoorden

Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.

Voorbeeld: 

wohnen = wohn

kaufen = kauf

reisen = reis 

Regelmatige werkwoorden

"normale vervoeging"

werkwoord: wohnen, stam: wohn   

ich wohn e

du wohn st

er/sie es wohn t

wir wohn en

ihr wohn t

sie/Sie wohn en

Stam eindigt op een s-klank.

s, ss, ß, sch, z

werkwoord: heißen, stam: heiß

ich heiß e

du heiß t

er/sie es heiß t

wir heiß en

ihr heiß t

sie/Sie heiß en

(hören) Ich ... gerne Musik.

(kaufen) Ihr ... solche teuere Sachen.

(heißen) Wie .... das Mädchen?

(besuchen) Du ... die Oma.

(sitzen) Wir .... im Bus

(kommen) Meine Eltern ... Morgen.

(Reisen) ..... du morgen nach Italien?

Gebiedende wijs

- gebiedende wijs gebruik je als je iemand een opdracht geeft

- aan het eind staat vaak een !

- wwg staat aan het begin van de zin, dus met een hoofdletter

- scheidbare werkwoorden splits je op

3 vormen

beleefdheidsvorm (u)  -> hele werkwoord + Sie!
Wiederholen Sie, bitte!

meervoud  (2 of meer personen)   -> stam + (e)t   (ihr-vorm)
Schreibt bitte eine E-Mail!

enkelvoud  (1 persoon)  -> stam

 Räum bitte dein Zimmer auf!

Gebiedende wijs 

kommen

beleefdheidsvorm: kommen Sie!

meervoud: kommt!

enkelvoud: komm!

(kaufen) Mitchell, ...... bitte ein Pfund Butter!

(laufen) Herr Bijker, ...... langsam bitte!

(machen) Fritz und Heidi, ...... euere Hausaufgaben!

e/i wechsel: hoe zat het?

Sterke werkwoorden met een -e- in de stam:

 de 'e' wordt een i (korte e) of ie (lange e)  bij du en er/sie/es

helfen  (korte e) -> du hilfst

lesen (lange e) -> du liest

let op bij geben (lange e, toch korte i) -> du gibst

    en bij nehmen (lange e, toch korte i) -> du nimmst

Hoe zit dat bij de gebiedende wijs?

geben

beleefdheidsvorm: geben Sie!

meervoud: gebt!

enkelvoud: gib!

(lesen, lange e) ...... den Text ruhig!

müssen

Normale vervoeging vs. modaal werkwoord

wohnen 

ich wohne

du wohnst

er/ sie/ es wohnt 

wir wohnen

ihr wohnt

sie/Sie wohnen

müssen

ich muss

du musst

er/ sie/ es muss

wir müssen

ihr müsst

sie/ Sie müssen

du ...

ihr ...

er/sie/es

wir

(müssen) Er ... die Kinder von der Schule abholen.

Ben je klaar voor de toets?