What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 38 ht2t
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Lernziele
Schritt 6 -> Grammatik
Verb haben
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Lernziele
Schritt 6 -> Grammatik
Verb haben
Slide 1 - Slide
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 2 - Slide
Lernziele
Ik kan het werkwoord ''haben''gebruiken
Ik oefen met de toepassing van een nieuwe set woorden
Ik kan informatie halen uit een eenvoudige tekst in het Duits
Slide 3 - Slide
Verb haben
In het Nederlands kennen jullie het werkwoord
hebben
natuurlijk.
Wat is dit
werkwoord
in het
Engels, Frans, Spaans, en ....
?
Wat is de
overeenkomst
in alle talen?
het werkwoord hebben is onregelmatig! Je moet het helaas leren!
Slide 4 - Slide
Verb haben
Nederlands
Pers vnw. Duits
Duits
ik heb
ich
ich habe
jij hebt
du
du hast
hij/zij/het heeft
er/sie/es
er/sie/es hat
wij hebben
wir
wir haben
jullie hebben
ihr
ihr habt
zij hebben
sie/Sie*
sie/Sie haben
Slide 5 - Slide
Verb haben
Je zag zojuist het schema voor het werkwoord hebben.
In het Duits is er iets geks aan de hand met de
U-vorm
.
Heb jij gezien wat?
u schrijf je in het Duits met een hoofdletter
je gebruikt meevoud bij u (ook als je maar 1 iemand bedoelt)
Slide 6 - Slide
Even oefenen!
Heb jij broers of zussen?
... du Geschwister?
hast
Hebben jullie nu Duits?
...ihr jetzt Deutsch?
habt
Jan heeft zijn boeken vergeten
Jan ... seine Bücher vergessen
hat
Benutze S.32 zum Spicken
Slide 7 - Slide
Opdracht 1: LessonUp
vul de juiste vorm van "haben" in
Slide 8 - Slide
ich ...
A
habe
B
hast
C
habt
Slide 9 - Quiz
du ...
A
hast
B
habt
C
habe
Slide 10 - Quiz
wir ...
A
habt
B
habe
C
haben
Slide 11 - Quiz
ihr ...
A
haben
B
habt
C
habe
Slide 12 - Quiz
Sie (u) ...
A
hat
B
hast
C
haben
Slide 13 - Quiz
Opdracht 2:
vul de juiste vorm van "haben" in
Slide 14 - Slide
Ich ... zwei Brüder.
Slide 15 - Open question
Meine Großeletern ... drei Enkelkinder.
Slide 16 - Open question
Es ... mich sehr gefreut.
Slide 17 - Open question
Du ... doch Freunde in München?
Slide 18 - Open question
Ik weet hoe ik het werkwoord HABEN moet gebruiken
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Üben!!!!
Schritt 6
Aufgabe 2 auf Seite 32
Bearbeite die Aufgabe und benutze den blauen Block
Schritt 7
Aufgabe 2 auf Seite 36
Vokabeln, betekenis zin herleiden
Aufgabe 4 auf Seite 38
Lesen
timer
3:00
Slide 20 - Slide
Nächste Stunde
Hausaufgaben
Schritt 6 Aufgabe 2
auf
Seite 32
Schritt 7 Aufgabe 2 und 4
ab
Seite 36
Lernen
Verb Haben im blauen Block auf Seite 32
Wird morgen in der Klasse abgefragt
Slide 21 - Slide
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Hausaufgaben einliefern
Verb HABEN checken
Lernziele
Schritt 7 -> Grammatik
Verb Sein
Schritt 8
Lesen
Slide 22 - Slide
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 23 - Slide
Verb haben
Maak de test via de volgende link
en/of code.
Vul altijd iets in!!
https://tinyurl.com/4ruu89wb
timer
1:00
Slide 24 - Slide
Padlet HT2T
Schritt 6
Aufgabe 2
auf Seite 32
Schritt 7
Aufgabe 2 und 4
ab Seite 36
Link Padlet:
https://tinyurl.com/ll0b8yln
Slide 25 - Slide
Gespräch-> benutze S.32 zum Spicken
Hallo
Wie geht es dir?
...
du nach dieser Stunde Zeit?
Ich
...
eine Frage für dich.
Was
...
ihr für morgen auf?
...
die andere Schüler die schon gemacht?
...
ihr auch diesen Lehrer mit den langen Haaren?
Hallo
Mir geht es gut! Danke!
Ja, klar,
....
ich. Warum eigentlich?
Okay, kein Problem, ich
...
Zeit.
Wir
...
nur Aufgabe 2 und 3 auf
Wir
...
in der Klasse alles gemacht
Ja, Herr van der Burg, er
...
lange Haare!
timer
5:00
Slide 26 - Slide
Gespräch-> Lösung
Hallo
Wie geht es dir?
Hast
du nach dieser Stunde Zeit?
Ich
habe
eine Frage für dich.
Was
habt
ihr für morgen auf?
Haben
die andere Schüler die schon gemacht?
Habt
ihr auch diesen Lehrer mit den langen Haaren?
Hallo
Mir geht es gut! Danke!
Ja,
habe
ich. Warum eigentlich?
Okay, kein Problem, ich
habe
Zeit.
Wir
haben
nur Aufgabe 2 und 3 auf
Wir
haben
in der Klasse alles gemacht
Ja, Herr van der Burg, er
hat
lange Haare!
Slide 27 - Slide
Lernziele
Ik kan het werkwoord ''HABEN''toepassen
Ik kan het werkwoord ''SEIN''gebruiken
Slide 28 - Slide
Verb haben
Maak de test via de volgende link
en/of code.
Vul altijd iets in!!
https://tinyurl.com/4ruu89wb
timer
8:30
Slide 29 - Slide
Verb Sein
Naast het werkwoord
hebben
ken je ook het werkwoord
zijn
.
Wat is dit werkwoord in andere talen?
Engels, Frans, Spaans?
to be, être, estar/ser
Wat
hebben deze werkwoorden ZIJN met elkaar gemeen?
ze zijn allemaal onregelmatig. Je moet ze dus leren!
Slide 30 - Slide
Verb sein
Seite 37
Nederlands
Pers vnw. Duits
Duits
ik ben
ich
ich bin
jij bent
du
du bist
hij/zij/het is
er/sie/es
er/sie/es ist
wij zijn
wir
wir sind
jullie zijn
ihr
ihr seid
zij zijn
sie/Sie*
sie/Sie sind
Slide 31 - Slide
Verb Sein
Als je het schema bekijkt, valt er dan iets op?
jullie-vorm is anders dan de wij- en zij-vorm
het
hele
werkwoord
wordt
nooit
gebruikt!
Nu een paar vragen om te checken.
Tip: gebruik blz. 37 om te spieken!
wir
sein
sie
sein
dit zal je nóóit in het Duits zien staan!
Slide 32 - Slide
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 33 - Drag question
Ich ........... 14 Jahre alt (sein)
A
habe
B
bin
Slide 34 - Quiz
sein (ich)
1/18
A
bin
B
bint
C
bist
D
seine
Slide 35 - Quiz
sein (du)
3/18
A
ist
B
bist
C
ist
D
binst
Slide 36 - Quiz
sein (die Autos)
7/18
A
sein
B
seid
C
sind
D
bist
Slide 37 - Quiz
sein (meine Mutter)
9/18
A
bin
B
bist
C
ist
D
sein
Slide 38 - Quiz
Aufgaben Schritt 7+8 ab Seite 36
Schritt 7
Aufgabe 3A
Aufgabe 3B*
Schritt 8
Aufgabe 1
Aufgabe 4
Diese Aufgaben werden Hausaufgaben
*deze opdracht moet je schriftelijk voorbereiden voor de volgende keer
Fertig?
Schritt 8
Auf 2, 3 und Stempeln
Slide 39 - Slide
Schwierigkeiten
Vormen:
du
, er/sie/es,
ihr
namen
... du eine Frage?
Es .... geschneit
Ihr .... nicht gehört
hast
hat
habt
Jan und Janine...
Sabine ...
.... Sie?
haben
hat
Haben
Slide 40 - Slide
Nächste Stunde
Hausaufgaben
Schritt 7 ab Seite 37
Aufgabe 3
Schritt 8 ab Seite 40
Aufgabe 1
Aufgabe 8
Lernen
Schritt 7
Verb SEIN auf Seite 37
Slide 41 - Slide
More lessons like this
Week 38 TH2
September 2021
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 40 H2P
September 2020
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Schritt 1: Wiederholung das Verb werden und Aufgaben
March 2021
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,3
2H_11_16_Schritt11
August 2023
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2H_11_16_Schritt11
September 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Schritt 11 12 december 2023
December 2021
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Gentiaan 3TL 30-11
November 2021
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 37 3HV Duits
September 2019
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3