K4 Grammar Writing Lesson 2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goals this class
- Writing a good English sentence with the right word order 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Woordvolgorde van een Engelse zin







Let op:
- TIJD kan ook vooraan in de zin (als je er de nadruk op wilt leggen)
- woorden die aangeven HOE VAAK iets gebeurd (always, often, never, usually, sometimes)
                      => komen VOOR het hoofdwerkwoord, maar NA ‘am/are/is/was/were’.

Slide 4 - Slide

Kies de juiste volgorde/ choose the right wordorder
A
Wie - doet - waar - wat - wanneer
B
Wie - doet - waar - wanneer - wat
C
Wie - doet - wat - wanneer - waar
D
Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 5 - Quiz

7. Welke zin is goed?
A
My mum and I went last week to London.
B
My mum and I went to London last week.

Slide 6 - Quiz

8. Welke zin is goed?
A
I walk never to school.
B
I never walk to school.

Slide 7 - Quiz

Wordorder
Waar hoort het bijwoord always ?
He is late for school.
A
He is always late for school.
B
He always is late for school.
C
Always he is late for school.
D
He is late for school always.

Slide 8 - Quiz

Wordorder
Welke zin is juist ?
A
He bought a car yesterday in London.
B
He bought a car in London yesterday.
C
Yesterday he bought a car in London.
D
Yesterday in London he bought a car.

Slide 9 - Quiz

Word order sleepvragen


Sleep de zinsdelen steeds naar de juiste plaats in de zin.

Slide 10 - Slide

He
is
always
playing games
in his room
in the evening

Slide 11 - Drag question

My parents
never
read
the newspaper
in the weekends

Slide 12 - Drag question

Word order exercises

1. Do ex. 12 (page 151)
2. Is it still difficult? Do ex. 13 & 14 on page 152
2. Find the word-order mistakes in the letter you got from me. We'll check this next class.


Slide 13 - Slide

Day 2: Goals this class
- Writing a good English sentence with the right word order 
- Check the letter with 'word-order' mistakes.
- Practise with writing e-mails

Slide 14 - Slide

Do you remember last class?
Word order

Slide 15 - Slide

Kies de juiste volgorde/ choose the right wordorder
A
Wie - doet - waar - wat - wanneer
B
Wie - doet - waar - wanneer - wat
C
Wie - doet - wat - wanneer - waar
D
Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 16 - Quiz

Woordvolgorde van een Engelse zin







Let op:
- TIJD kan ook vooraan in de zin (als je er de nadruk op wilt leggen)
- woorden die aangeven HOE VAAK iets gebeurd (always, often, never, usually, sometimes)
                      => komen VOOR het hoofdwerkwoord, maar NA ‘am/are/is/was/were’.

Slide 17 - Slide

Check for word-order mistakes


Check the letter you got last class for word-order mistakes

Slide 18 - Slide

Check for word-order mistakes

Slide 19 - Slide

Practise writing e-mails

1. Ga naar Teams, mapje 'schrijfvaardigheid'.
2. Open de opdracht 'K4 oefenen schrijfvaardigheid Engels'
3. Schrijf de 2 brieven uit in het Engels.

Volgende week krijg je een uitwerking. 
Je mag je brief ook naar mij sturen voor tips.


Slide 20 - Slide