This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom bij NaSk
Leerjaar 2
Hoofdstuk 3 Elektriciteit
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Leerdoelen
Voorkennis
Uitleg 3.3
Oefenopdrachten
Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
het symbool en de eenheid voor spanning en stroomsterkte benoemen.
uitleggen wat er gebeurt met de spanning als meerdere batterijen in serie geschakeld zijn.
uitleggen wat een adapter doet.
de formule voor capaciteit correct gebruiken.
Slide 3 - Slide
Spanning
Slide 4 - Mind map
Spanning en stroomsterkte
Een spanningsbron levert elektrische energie.
Het symbool voor spanning = U
De eenheid voor spanning = Volt (V)
Als we het hebben over stroomsterkte, kijken we naar de elektronen die door de bedrading stromen.
Het symbool voor stroomsterkte = I
De eenheid voor stroomsterkte = Ampère (A)
Maak aantekeningen!
Slide 5 - Slide
Spanning
Stroomsterkte
Eenheid = Volt (V)
Symbool = U
Eenheid = Ampère (A)
Symbool = I
Slide 6 - Drag question
Batterij in serie (+ tegen -)
Als de batterijen in serie staan, mag de spanning bij elkaar opgeteld worden.
Bijvoorbeeld als 3 batterijen van 1,5V in serie zijn geschakeld, levert dit een totale spanning van 4,5V op
Want: 1,5 + 1,5 + 1,5 = 4,5V
Slide 7 - Slide
Als ik 5 batterijen van 1,5V in serie heb aangesloten, wat is dan mijn totale spanning?
A
6 V
B
7,5 V
C
9 V
D
10,5 V
Slide 8 - Quiz
Wat is een adapter?
Een adapter zet wisselspanning om naar gelijkspanning voor bv. je telefoon.
Ook zorgt een adapter ervoor dat de netspanning (230V) verlaagt wordt naar een lagere gewenste spanning.
Slide 9 - Slide
Capaciteit
De capaciteit van de batterij = de totale elektrische energie die een batterij levert.
Het symbool voor capaciteit = C
De eenheid van capaciteit = milliAmpère-uur (mAh)
Een capaciteit van 3000 mAh betekent dat de batterij 1 uur lang 3000 mA levert. Maar dus ook 1500 mA voor 0,5 uur.
C=I⋅t
Formule:
Slide 10 - Slide
Zelfstandig werken
Wat? Opdrachten op volgende slide.
Waarom? Zodat je de formule van capaciteit correct kan toepassen.
Hoe? Alleen of samen. Zachtjes fluisteren.
Hulp? Buurman of buurvrouw, dan pas docent.
Tijd? tot 10 minuten voor de les.
Klaar? Jezelf nakijken en verbeteren. Starten met schakelingen bouwen in Phet Applet.
Slide 11 - Slide
Oefenen met capaciteit
Emma legt haar telefoon aan de oplader. Na 2 uur is de telefoon volledig opgeladen. De oplader levert een stroomsterkte van 0,9 A. Bereken de capaciteit van de accu in de telefoon.
1.
Dani wilt zijn elektrische fiets opladen. De capaciteit van de accu is 11 Ah. Het duurt 5 uur voordat de fiets is opgeladen. Hoe groot is de stroomsterkte die voor het opladen van de accu wordt gebruikt?
2.
Thomas laadt zijn laptop op. De accu in zijn laptop heeft een capaciteit van 2,7 Ah. De oplader levert een stroom van 600 mA. Hoe lang duurt het voordat de laptop is opgeladen (in uren)?
3.
Slide 12 - Slide
Oefenen met capaciteit
Emma legt haar telefoon aan de oplader. Na 2 uur is de telefoon volledig opgeladen. De oplader levert een stroomsterkte van 0,9 A. Bereken de capaciteit van de accu in de telefoon.
1.
Dani wilt zijn elektrische fiets opladen. De capaciteit van de accu is 11 Ah. Het duurt 5 uur voordat de fiets is opgeladen. Hoe groot is de stroomsterkte die voor het opladen van de accu wordt gebruikt?
2.
Thomas laadt zijn laptop op. De accu in zijn laptop heeft een capaciteit van 2,7 Ah. De oplader levert een stroom van 600 mA. Hoe lang duurt het voordat de laptop is opgeladen (in uren)?
3.
C = I * t = 900 mA * 2 uur = 1800 mAh
Slide 13 - Slide
Oefenen met capaciteit
Emma legt haar telefoon aan de oplader. Na 2 uur is de telefoon volledig opgeladen. De oplader levert een stroomsterkte van 0,9 A. Bereken de capaciteit van de accu in de telefoon.
1.
Dani wilt zijn elektrische fiets opladen. De capaciteit van de accu is 11 Ah. Het duurt 5 uur voordat de fiets is opgeladen. Hoe groot is de stroomsterkte die voor het opladen van de accu wordt gebruikt?
2.
Thomas laadt zijn laptop op. De accu in zijn laptop heeft een capaciteit van 2,7 Ah. De oplader levert een stroom van 600 mA. Hoe lang duurt het voordat de laptop is opgeladen (in uren)?
3.
C = I * t = 900 mA * 2 uur = 1800 mAh
I = C/t = 11 Ah / 5 uur = 2,2 A
Slide 14 - Slide
Oefenen met capaciteit
Emma legt haar telefoon aan de oplader. Na 2 uur is de telefoon volledig opgeladen. De oplader levert een stroomsterkte van 0,9 A. Bereken de capaciteit van de accu in de telefoon.
1.
Dani wilt zijn elektrische fiets opladen. De capaciteit van de accu is 11 Ah. Het duurt 5 uur voordat de fiets is opgeladen. Hoe groot is de stroomsterkte die voor het opladen van de accu wordt gebruikt?
2.
Thomas laadt zijn laptop op. De accu in zijn laptop heeft een capaciteit van 2,7 Ah. De oplader levert een stroom van 600 mA. Hoe lang duurt het voordat de laptop is opgeladen (in uren)?
3.
C = I * t = 900 mA * 2 uur = 1800 mAh
I = C/t = 11 Ah / 5 uur = 2,2 A
t = C/A = 2700 mAh / 600 mA = 4,5 uur OF 2,7 Ah / 0,6 A = 4,5 uur
Slide 15 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
het symbool en de eenheid voor spanning en stroomsterkte benoemen.
uitleggen wat er gebeurt met de spanning als meerdere batterijen in serie geschakeld zijn.
uitleggen wat een adapter doet.
de formule voor capaciteit correct gebruiken.
Slide 16 - Slide
Wat is het symbool en de eenheid van spanning en van stroomsterkte?
Slide 17 - Open question
Wat kan je zeggen over de spanning wanneer er meerdere batterijen in serie zijn geschakeld?